2254 18 DECEMBER 1978 kiesrecht voor de medezeggenschapscommissies.' W d De heer DREEFNu hoef ik straks niet meer te d reageren! i De heer GARRITSENEr staat in het programma w heel wat over de positie van ambtenaren binnen de I gemeenteTegen die achtergrond verbaast het mij g dat men naar het zich laat aanzien met deze mede- h zeggenschapsverordening akkoord gaat. b Enkele artikelen van de concept-verordening n bevatten naar onze mening erg slechte dingen. Ik ga allereerst in op artikel 2Als negen ambtena- e ren een medezeggenschapscommissie willen doen in- z stellen, moeten ze een deugdelijk gemotiveerd ver- T zoek indienen. Mijn vraag is bij wie in dezen de g beoordeling berust. Ik heb het idee dat burgemees- i ter en wethouders uitmaken of het verzoek deugde- ir lijk gemotiveerd is, een procedure waar ik mijn v bedenkingen tegen heb. ir Artikel 4 er is al eerder over gespro- ken heeft betrekking op de kandidaatstelling. t Deze is voorbehouden aan de organisaties. In ver- ir band hiermee wijs ik op artikelen van Stan Poppe, 1 Tweede Kamer-lid voor de Partij van de Arbeid, die k ervoor pleit een samenstelling uit 50 georgani- seerden en 50 ongeorganiseerden te kiezen. Op k die manier bereik je dat mensen die op persoonlij- c ke titel zitting nemen, behoefte gaan voelen aan c een soort achterban, waardoor de organisatiegraad k alleen maar toeneemt en de vakbond dus wordt ge- 1 steund. Je moet er niet zo krampachtig aan vast- n houden dat alleen georganiseerden mogen deelnemen. k Wij zijn er op zich zelf voorstanders van dat men- i sen zich organiseren, omdat zij op die manier 1 sterker staan, maar het gaat ons te ver dat men in c deze regeling uitsluitend de organisaties aan bod c laat komen. Ten aanzien van de kandidaatstelling en de l verkiezingsprocedure zullen volgens het ontwerp c burgemeester en wethouders nadere regels uitwerken. ]-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2254