2256
18 DECEMBER 1978
van dienst moet aangeven op welke gronden hij van
de uitvoering meent te moeten afzien.
De beroepstermijn, genoemd in artikel 10, is
erg kort. Als een hoofd van dienst iets niet wil
uitvoeren, moeten personeelsleden binnen twee we
ken in beroep gaan. Gezien deze termijn, die wij
krap vinden, zal de termijn van zes weken die voor
burgemeester en wethouders geldt, naar onze mening
zeker moeten worden bekort.
Bij verschil van mening over de vraag of een
onderwerp al dan niet tot de verantwoordelijkheid
van het hoofd van dienst behoort, moet volgens ar
tikel 11 een beslissing door burgemeester en wet
houders worden genomen. Merkwaardigerwijs wordt er
geen termijn genoemd: op die manier hebben burge
meester en wethouders de macht om iets eindeloos
op te houden.
In artikel 13 wordt een regeling getroffen
met betrekking tot gegevens die geheim moeten wor
den gehouden. Wij vinden dat je met geheimhouding
heel voorzichtig moet omspringen. Men zal duidelijk
moeten motiveren waarom iets geheim is en hoe lang
de verplichting tot geheimhouding zal duren. Ik kan
mij voorstellen dat de verplichting na een bepaal
de termijn kan worden opgeheven. De huidige formu
lering komt naar onze mening neer op een keurslijf
waarvan te hooi en te gras gebruik kan worden ge
maakt.
Een medezeggenschapscommissie moet volgens
artikel 14 een huishoudelijk reglement opstellen,
dat ter goedkeuring aan burgemeester en wethouders
dient te worden toegezonden. Ook dit vinden wij
een vorm van bevoogding die eigenlijk niet past.
Als het reglement is vastgesteld en een huishoude
lijk reglement is er niet mee in strijd, dan moet
naar onze mening de medezeggenschapscommissie dit
soort dingen zelf kunnen uitmaken.
Bij de behandeling van bepaalde agendapunten
kan, aldus artikel 19, een lid van de medezeggen
schapscommissie een deskundige of een ander niet-
lid meenemen. Ook hier berust de beoordeling