2258 18 DECEMBER 1978 kan overtuigen dat het met deze verordening zeker 1, niet verder moet gaan. c Nog even terug naar de V.V.D.die te kennen d< heeft gegeven deze medezeggenschapsverordening een goede zaak te vinden. Gezien de belangen die de V.V.D. verdedigt, zou het voor de Partij van de Arbeid een uitgemaakte zaak moeten zijn wat deze verordening voorstelt. De heer DREEF: De heer Garritsen zou misschien maar eens moeten overwegen ook in de commissie voor personeelszaken zijn intrede te doen. Wij zul len daar gaarne van zijn kennis gebruik maken. n d De heer GARRITSENDie is in de Partij van de g Arbeid-fractie in voldoende mate aanwezig. Ik heb d ook uitspraken van een Tweede Kamer-lid voor de t Partij van de Arbeid aangehaald. De heer DREEF: Gezien uw inbreng denk ik dat wij in kennis nogal te kort schieten.' Naar democratisering bij gemeenten of andere overheidslichamen wordt altijd met een zekere span ning gekeken, mijns inziens niet ten onrechte. Als één van de leden een werkgeversdelegatie dat ben je namelijk op een gegeven ogenblik neem je daar terdege kennis van. Het is ook een uitdaging. s Anderzijds wordt van overheidswege gekeken w naar democratiseringsaspecten of- ontwikkelingen in m het bedrijfsleven. Ook dat gebeurt niet ten onrech- m te. d Thans ligt vóór ons een verordening voor de d medezeggenschapscommissies van de gemeente Breda h anno 1978. Het is een belangrijk ogenblik voor de h interne democratie. De posities die gemeentelijke m.c.'s innemen, zijn verschillend. Die posities zijn tevens afhankelijk van de organisatiegraad g van het personeel, de politieke visie van het ge- k meentebestuur en het actief optreden van ambtena- d ren zelve. w Aan het nu ter tafel liggende voorstel is een ir

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2258