2260
18 DECEMBER 1978
De heer DREEF: Ik ga gewoon door.' o
De voorzitter van de medezeggenschapscommis- n
sie, tevens hoofd van dienst, is ook gewoon lid
van de commissie. Terecht wordt in de memorie van k
toelichting opgemerkt dat dit consequenties heeft w
voor de adviezen of besluiten die tot stand komen. s
Merkwaardig vinden wij het dat het college
blijkens de toelichting op artikel 3 ter zake van
de kwestie van het actief en passief kiesrecht de t
kant van het centraal orgaan kiest. Misschien is n
dit zo niet bedoeld, maar wij kunnen het niet an- b
ders lezen. Graag horen wij een verduidelijking d
van de kant van het college. v;
Tijdens de discussies in het g.o. van 25 sep- c
tember jl. ben ik nogal onder de indruk gekomen
van een betoog van één van de bestuurders van een
vakorganisatie over de definitie van actief en pas- s
sief kiesrecht. Volgens het verslag van de verga- i
dering van 25 september merkte die bestuurder het e
volgende op: indien burgemeester en wethouders zou- 1
den kunnen garanderen dat het werken in de commis
sie en de terugkoppeling op basis van volledige
onafhankelijkheid geschieden, kan met actief en 1
passief kiesrecht worden ingestemd. Die garantie
kan niet worden gegeven, aldus de bedoelde bestuur
der, en daarom zijn ondersteuning en begeleiding c
van de kant van de vakorganisaties onontbeerlijk. 1
Met betrekking tot het algemeen passief kiesrecht
wees de heer Van Dissekoen op een verschil met de
parlementaire democratie. In de verhouding werkge- 1
ver/werknemer is de werknemer duidelijk afhanke
lijk. In deze afhankelijkheid moet hij in het ver
tegenwoordigend overleg weten namens wie hij i
spreekt, zodat hij naar degenen die hij vertegen
woordigt, kan terugkoppelen.
Mijn conclusie hieruit is dat het college de
ze zaak moet opnemen. Dan is er inderdaad te pra
ten over actief en passief kiesrecht. Onze fractie i
kan zich volledig in de door het college gegeven
toelichting vinden. Naar aanleiding van de discus
sie over het kiesrecht voor georganiseerden en