217 16 FEBRUARI 1978. erg gelukkig mee was. Er was sprake van het kwijt schelden van 15.000,aan rentelasten die nor maal gesproken door de belegger hadden moeten wor den betaald. Is er nu namelijk vanaf 1 maart 1976 weer rente te vorderen? Dit wordt namelijk uit het stuk niet duidelijk. Eén van de belangrijk ste punten van discussie was in 1976: wat voor soort woningen moeten er worden gebouwd om de men sen die woningnood hebben directe oplossingen te kunnen bieden? Op het ogenblik zijn er in feite weer twee jaren verloren gegaan, zodat de vertraging, zoals gezegd, in totaal zes jaar bedraagt. De belegger houdt ons maar een beetje aan het lijntje. Omdat hier een belangrijk punt van de stad in het geding is en omdat de woningnood nog schrijnender is dan in 1976, zouden er naar onze mening andere oplos singen moeten worden gezocht, die onzes inziens zeker te vinden zijn. De N.V. "Opbouwbelangen" heeft blijkbaar toch weer een andere weg gevonden en denkt dat het door deze weg te proberen wèl zal lukken. Aangezien in de buurt van het terrein ook een woningbouwvereniging activiteiten onderneemt, denken wij dat er voor het terrein nog andere moge- oi lijkheden aanwezig zijn. Wij denken eigenlijk aan 1? het verbreken van de overeenkomst met de N.V. "Op- zc bouwbelangenvoor zover dat althans mogelijk is. rc Na lezing van de stukken hebben wij de indruk dat de overeenkomst kan worden verbroken. mc Voor de wenselijkheid van het verbreken van ga de overeenkomst hebben we de volgende argumenten. tc 1Er hebben zich ontoelaatbare vertragingen dc voorgedaan. Er zijn zes jaren verlopen en wc men is nög niet bezig. va 2. Hoewel dat niet uit het voorstel blijkt, n: kan niet anders worden gezegd dan dat er z: onzekerheid is of het nu met deze oplossing ha wèl zal lukken. Voorkomen moet worden dat b: in 1979 weer een voorstel voor een andere bestemming wordt gedaan. 3. Er is in Breda een grote woningnood. De bij 1<

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 217