2282
18 DECEMBER 1978
zet. Het zal hem bekend zijn dat wij dit onjuist
achten: de heer Van den Wijngaard is samen met zijn
38 collegae-raadsleden zelf machinist. Vanavond
zet hij echter kennelijk de conducteurspet op.
De heer VAN DEN WIJNGAARDDe trein met de
machinist rijdt volgens de dienstregeling die wij
vaststellen. Zo heb ik het verteld
De heer DE BROUWER: Met "wij"bedoelt u toch
ook onze fractie?
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Ook u behoort tot
die "wij"!
De heer DE BROUWER: Fijn, bedankt!
De heer Van den Wijngaard heeft voorts gespro
ken over de "goede groep" waar onze fractie de
handtekeningen voor amendementen vandaan zou moe
ten halen. Misschien kan hij dit straks toelichten.
Aan het adres van de wethouder wil ik zeggen
het ernstig te betreuren dat de individuele vrij
heid van de ambtenaar om zich al dan niet te orga
niseren wordt prijsgegeven aan de vakbond, en dat
dan nog wel waarschijnlijk met goedkeuring van een
groot aantal raadsleden. Het principe van de open
baarheid is een P.v.d.A.-beginsel, maar het is niet
voor het eerst dat dit beginsel niet wordt aange
houden. De eerste keer had dit beginsel een breek
punt moeten zijn bij de onderhandelingen over de
samenstelling van het college van burgemeester en
wethouders en de inhoud van het programakkoord.
Een volgend punt dat ik aan de orde wil stel
len is meer gericht op de medezeggenschapscommis
sie zelf. De wethouder heeft een evaluatie in het
vooruitzicht gesteld. Wij zouden willen voorstel
len in overleg met de betrokkenen één m.c. uit te
kiezen die met een gekozen voorzitter wordt gefor
meerd en in het openbaar vergadert. Pas aan de hand
van zo'n proefproject lijkt ons een zinvolle evalu
atie mogelijk.