2284
18 DECEMBER 1978
De V.V.D.-fractie handhaaft haar opvatting dat ver
ruiming van de bevoegdheden van de medezeggenschap
commissies zal moeten samengaan met verruiming van
het passief kiesrecht. Het is naar onze mening on
logisch bevoegdheden van een orgaan uit te breiden
zonder dat tegelijkertijd het orgaan zelf wordt ge
democratiseerd.
Diverse sprekers zijn in eerste termijn uit
gebreid ingegaan op de bevoegdheden van de mede
zeggenschapscommissie, de gewenste uitbreiding van
die bevoegdheden en de manier van aanwijzen van de
voorzitter van de commissie. Ik heb daar niet zo
veel over gezegd, maar ik heb er behoefte aan er
nu toch enkele opmerkingen over te maken.
Allereerst dan iets over de bevoegdheden. De
omschrijving van de bevoegdheden die is opgenomen
in artikel 8, is zó ruim de wethouder heeft er
al op gewezen dat alle onderwerpen betreffende
de dienst, de werkomstandigheden bij de dienst en
de verdere arbeidsvoorwaarden bij de dienst aan de
orde kunnen worden gesteld. Ik kan mij niet goed
voorstellen hoe een ruimere omschrijving van de
taak en de bevoegdheden van de medezeggenschapscom
missie zou kunnen worden gegeven. Het lijkt mij
ook niet waarschijnlijk dat de ambtenaren er be
hoefte aan hebben in de medezeggenschapscommissie
te overleggen over andere onderwerpen dan die wel
ke betrekking hebben op hun werkomstandigheden in
de ruimste zin van het woord. Wellicht wordt door
degenen die voor uitbreiding van de bevoegdheden
pleiten, bedoeld dat aan de besluiten van de mede
zeggenschapscommissie verder strekkende gevolgen
zouden moeten worden verbonden, met andere woorden
een vorm van meebeslissingsrechtMij dunkt dat
artikel 9 al bepaalt dat bij meerderheid van stem
men genomen besluiten over onderwerpen die behoren
tot de bevoegdheid van het hoofd van dienst, door
het hoofd van dienst worden uitgevoerd. Dit is al
een zekere vorm van meebeslissingsrecht, zij het
dat de voorzitter zo'n besluit kan opschorten waar
na burgemeester en wethouders eventueel een