219
16 FEBRUARI 1978.
woording begin, over de ingediende motie zou kun
nen beraden.
De VOORZITTER: De door de heer Crul ingedien
de motie luidt als volgt:
"De gemeenteraad van Breda, in vergadering
bijeen,
constateert:
1. een sinds 1972 optredende onaanvaardbare
vertraging in de bebouwing van een deel
van het braakliggende terrein Leuvenaar
straat/Middellaan;
2. een gezien de ervaringen grote onzekerheid
dat de huidige eigenaar van de grond de
bebouwing zal realiseren;
3. een grote woningnood in Breda in de huur
sector;
4. de opvatting van de Bredase raad dat de
woonfunctie in de binnenstad moet worden
versterkt;
geeft het college in overweging:
5. de (grondverkoop)overeenkomst met de
"Opbouwbelangen Rotterdam" N.V. ongedaan
te maken;
6. een onderzoek uit te voeren op welke ma
nier op het bedoelde terrein woningwet-
bouw kan plaatsvinden, zo mogelijk in
samenspel met het onderzoek voor het na
bij gelegen terrein.
7op het bedoelde terrein door een woning
bouwvereniging woningwetwoningen met aan
vaardbare huren te realiseren, met name
voor gezinnen."
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie
van de heer Crul mede onderwerp van beraadslaging
uit.
De VOORZITTER: Ik schors de vergadering voor
beraad.
SCHORSING.