18 DECEMBER 1978 2289 zeker niet zo voor is. Wij willen meer zeggenschap terugbrengen naar de basis. De ambtenaren hebben ook tegenover de bevolking verantwoording af te leggen en niet alles moet rechtstreeks via de raad verlopen De heer TAKS: Bedoelt de heer Garritsen dat ambtenaren rechtstreeks verantwoordelijk zouden zijn aan de bevolking? De heer GARRITSEN: Ik denk dat de ambtenaren voor een bepaald terrein op dat terrein meer be voegdheden zouden moeten hebben en dat zij dingen zouden moeten kunnen uitvoeren. De raad moet daar dan later wel op kunnen terugkomen, maar niet al les hoeft direct via de raad te lopen. Je zou moe ten experimenteren met dienstverlening vanuit het ambtenarenkorps en met deskundigheid van het amb tenarenkorps die naar de bevolking toe zou moeten. Het laatste woord is daar zeker nog niet over ge zegd, maar bij het huidige systeem, waarin de raad over allerlei zaken beslist, plaatsen wij de nodi ge vraagtekens. De heer SCHURING: Betekent dat dat u de macht wil verleggen van mensen die gekozen zijn zo als wij naar mensen die niet gekozen zijn? Op die manier krijg je een soort willekeur. De heer GARRITSEN: Ik denk van niet. Op het ogenblik hebben we een parlementaire democratie; dat houdt in dat je eens in de vier jaar je hokje rood mag maken. Op dat ogenblik kies je mensen, maar het merendeel van de beslissingen wordt vaak buiten de raad om genomen, dikwijls door enkelin gen. Van een economische democratie is in geen en kel opzicht sprake en ik meen dan ook dat de demo cratie die we hebben, slechts betrekking heeft op een klein toplaagje waarop we een klein beetje greep hebben; over allerlei investeringen die wor den gedaan hebben we als raad helemaal niets te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2289