2290 18 DECEMBER 1978 vertellen. In dit verband vind ik dat de democratie die we hebben, maar heel summier is en dat je er meer inhoud aan moet geven door er meer mensen bij te betrekken. Dat is de achterliggende gedachte. Van de kant van de P.v.d.A. is betoogd dat een verkiezingsprogramma voor een termijn van vier jaar geldt en dat op dit ogenblik niet alles wat er in dat programma staat hoeft te worden verwe zenlijkt. Dit doet mij sterk denken aan een uit spraak die minister Van Agt ter gelegenheid van het eenjarig bestaan van het kabinet voor de tele visie heeft gedaan. De heer DREEF: Maar die is geen lid van de Partij van de Arbeid! De heer GARRITSEN: Dat weet ik wel, maar hij gebruikte hetzelfde argument: we zitten er pas een jaar en we kunnen niet alles ineens doen. Ik had echter graag gezien dat de P.v.d.A.-fractie had verklaard dat zij bepaalde punten uit haar program ma op het moment dat ze aan de orde komen, niet steunt, maar dat zij pas over een aantal jaren haar steun eraan kan geven. Dat zou duidelijker zijn geweest. Wethouder WELSCHEN: De heer De Brouwer heeft het element van de individuele vrijheid van ambte naren in de discussie gebracht; die vrijheid zou via het nu voorgestelde reglement worden aangetast, aangezien ambtenaren georganiseerd moeten zijn voordat zij in een m.c. kunnen worden gekozen. Ik geef hem in dezen groot gelijk. De ambtenaar die op dit ogenblik verkiest geen lid van een vakbewe ging te zijn, krijgt via deze verordening niet de mogelijkheid in een m.c. te worden gekozen. Er is dus voor een ambtenaar de volledige vrijheid om in een m.c. te komen, maar hij moet dan wel één stap doen. Vervolgens iets over de openbaarheid. Ik zit hier niet om het P.v.d.A.-standpunt te verkondigen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2290