2296
18 DECEMBER 1978
aan de agenda toe te voegen.
De VOORZITTER: Bij mij rijst trouwens de
vraag of deze aangelegenheid de raad regardeert,
maar dat kan ik op het ogenblik niet beoordelen.
De heer TAKS: Mijnheer de voorzitter. U hebt
er zojuist op gewezen dat er diverse mogelijkheden
zijn om de kwestie die in de brief aan de orde
wordt gesteld, op een adequate wijze te behandelen.
Er zijn andere mogelijkheden dan het houden van
een openbaar raadsdebat. Mij is niet duidelijk dat
de zaak met een openbaar raadsdebat beter gediend
zou zijn dan met het hanteren van die andere moge
lijkheden. Mevrouw Saelman heeft niet aangetoond
dat een openbaar raadsdebat de beste methode is.
De V.V.D.-fractie heeft geen behoefte aan het or
devoorstel
De heer OOMEN: Ik heb het ordevoorstel van
mevrouw Saelman ondersteund, maar ik wil er nog
enkele opmerkingen over maken. De brief van de
Stichting Buitenlanders is blijkens de kopie waar
over ik beschik verzonden aan de leden van de ge
meenteraad van Breda. Ik ga ervan uit dat de brief
in het bezit van alle raadsleden is, want ik heb
geen reden om aan te nemen dat hij niet zou zijn
verspreid. Overigens is dat niet mijn zaak: ik be
schik over de brief en hoe het bij de andere frac
ties ligt, is hun zaak.
De brief en de publikaties die in de pers
zijn verschenen, zijn voor mij aanleiding geweest
het ordevoorstel van mevrouw Saelman te steunen,
omdat ik van mening was dat de kwestie in de raad
aan de orde zou moeten komen. Mevrouw Saelman is
tot de conclusie gekomen dat zij de door haar ge
formuleerde motie niet aan de orde moet stellen.
Dat is natuurlijk haar goed recht, maar persoon
lijk betreur ik dit en ben ik van mening dat de
motie wel degelijk aan de orde zou kunnen komen.
Daarop wil ik nu verder niet ingaan; in ieder