18 DECEMBER 1978
2297
geval steun ik het ordevoorstel om de brief nu in
behandeling te nemen.
De VOORZITTER: Ik wijs er nog op dat een brief,
aan de raad gericht, uiteraard ook in de raad in
behandeling komt.
De heer GARRITSENIk ben van mening dat de
brief zeer zeker nu op de agenda moet komen. Er
zijn te veel van dit soort gebeurtenissen geweest
waarop te slecht is gereageerd. De raad zal mijns
inziens naar buiten toe een standpunt moeten inne
men. Ook ik betreur het dat de motie niet op tafel
ligt. Aan het adres van de V.V.D.als ik zie dat
de commissie voor openbare orde bijna nooit bijeen
is geweest, denk ik dat het zinnig is in de raad
over dit onderwerp te spreken. De brief waar het
om gaat is in mijn bezit en ik neem aan dat hij ook
de andere fracties heeft bereikt.
Het ordevoorstel van mevrouw Saelman wordt
hierna in stemming gebracht en met 18 tegen 14
stemmen verworpen.
TEGEN hebben gestemd: de heren Suurmeijer, Van
Dongen, Eissens, Ten Wolde, Veelenturf, Van Dun,
Broeders, Gielen en Schuring, mevrouw Van Rooij-
van den Heuvel, de heren Van den Wijngaard, De
Raaff, Kammeraat, Van Asseldonk, Sandberg en Van
Banning, mevrouw Den Ouden-Jansen en de heer Taks.
VOOR hebben gestemd: de heer De Brouwer, me
vrouw Muntjewerff-van den Hul, mevrouw Nieuwstra-
ten-Driessenmevrouw Paulussen, de heren Martens
en Van de Steenoven, mevrouw Saelman-Boelende he
ren Garritsen, Paquay, Welschen, Dreef, Oomen,
Crul en Hendriksen.
41. Bijlage nr. 401:
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
VASTSTELLING VAN HET GEMEENTELIJK MEERJAREN-