18 DECEMBER 1978
2299
groepen in contact te treden. Men heeft immers in
dertijd te horen gekregen dat de aanvragen aan de
orde zouden komen als het educatief plan gereed
zou zijn. Ik denk nu niet aan de groepen die de af
gelopen twee maanden op de stoep bij het college
zijn komen dringen, maar aan de groepen die de af
gelopen jaren in de kou zijn gezet. Dit punt ver
dient naar onze mening zeker de nodige aandacht.
Iets anders is de planmatige aanpak van het
educatief plan in relatie tot de sociaal-culturele
rijksbijdrageregeling in de toekomst. Graag zullen
wij van het college vernemen, in hoeverre het het
belang van het educatief plan wil gaan onderbren
gen in de totale realisering van de sociaal-cultu-
le rijksbijdrageregeling. Dit klinkt erg ingewik
keld, maar het is een feit dat een onderdeeltje
dat al afgerond is, zal moeten opgaan in een groter
onderdeel, dat ongeveer februari nog van start
moet gaan. In zo'n situatie loop je de kans dat
het educatief plan min of meer in de kast komt te
liggen, wat geen goede zaak zou zijn. Onze vraag
is hoe het college het educatief plan boven tafel
wil houden en het de aandacht wil geven die het
verdient
Een toekomstig aspect dat hiermee samenhangt,
is de koppeling van de informatie naar de raad toe.
Zoals wij in de commissievergaderingen verscheide
ne malen hebben gezegd, is nu al, na een jaar of
twee werken aan de eerste opzet van dit soort plan
ningen, aan het blijken dat raadsleden erg slecht
bij dit soort projecten worden betrokken en dat
anderzijds ook de burgerij en de instellingen maar
heel moeizaam op de ontwikkelingen kunnen inspelen.
In feite worden de planningen opgesteld door amb
tenaren en het college. Wij hebben altijd betoogd
dat dat niet de kern mag zijn van het landelijk de
centralisatiebeleid op het gebied van welzijn. Aan
dit punt zal onzes inziens in de toekomst erg veel
aandacht moeten worden geschonken. Wij betreuren
het dan ook dat de groep ambtenaren en vertegen
woordigers van het particulier initiatief die de