2306 18 DECEMBER 1978 verbonden is met de zorg voor de zwakkeren in de maatschappij, vereist een aanpak die we niet graag enkel aan deze raad overlaten. De vertegenwoordi gers hier zijn voor het grootste deel afkomstig uit kringen waar ze nauwelijks echt geconfronteerd worden met achterstandsituaties. Als we de beslis singsbevoegdheid ten aanzien van de inhoud van het beleid overlaten aan deze raad, zal de beoordeling nauwelijks verantwoord kunnen geschieden. Het educatieve aanbod moet aansluiten bij "de" Bredase bevolking, zoals in het plan staat. Dit is volgens ons in strijd met wat een meerjaren plan behoort in te houden. Toch komt het vele ma len in het plan voor. Het C.D.A. zal met deze op merking wel gelukkig zijn, wij echter niet. Je kunt niet spreken over "de" Bredase bevolking waar op het educatieve aanbod moet worden afgestemd. In Breda en overal elders zijn grote verschillen. Het gaat er volgens ons om dat je met een educa tief plan juist bepaalde bevolkingsgroepen bereikt. Er zal daarom een keus moeten worden gedaan; anders blijf je met de huidige situatie zitten die wij als onrechtvaardig beschouwen. Het beleid zal dui delijk afgestemd moeten worden op bepaalde bevol kingsgroepen. Het meerjarenplan is hierover niet duidelijk: is er eerst sprake van aansluiten bij "de" Bredase bevolking, verderop staat in het plan dat voorrang moet worden gegeven aan aanbod dat af gestemd is op degenen die als kansarm moeten wor den aangemerkt. Wij vinden het merkwaardig dat in het preadvies slechts sprake is van "met name aan dacht besteden aan kansarmen". Het woord "voorrang" komen we in het preadvies niet tegen, terwijl het in het plan zelf wèl voorkomt. Kan het college uit leggen waarom het het woord "voorrang" niet heeft gebruikt? Staat het college niet achter de tekst in het meerjarenplan, inhoudende dat er voorrang moet worden verleend aan kansarmen? Wat wij verder node missen in het plan is een duidelijke uiteenzetting over de inhoud van het begrip "kansarm", terwijl dit juist het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2306