18 DECEMBER 1978
2311
commissie die zich met de rijksbijdrageregeling
voor het sociaal-cultureel plan bezighoudt, heeft
het college gevraagd nog een paar maanden langer
over de eindrapportage te mogen doen; op 7 decem
ber heb ik dat al medegedeeld. Zonder dat ik dit
al in het college naar voren heb kunnen brengen,
kan ik zeggen te hebben begrepen dat de commissie
wil terugkoppelen naar de achterban. Het lijkt mij
van groot belang dat er niet alleen vanuit de deel
nemers naar het particulier initiatief wordt terug
gekoppeld, maar dat, nu de voorbereidingsgroep het
college om twee of drie maanden uitstel heeft ge
vraagd, ook terugkoppeling naar de raadscommissie
en het college plaatsvindt. Ik heb de ambtenaren
die namens het dagelijks bestuur aan de werkzaamhe
den van de commissie deelnemen, gezegd dat ik graag
zou zien dat zij dit zouden inbrengen.
Ik laat het graag aan mijn collega Sandberg
over te reageren op de opmerkingen over de relatie
met de Beyerd en de integratie daarvan. De heer
Sandberg en ik zijn er nog niet precies uit hoe de
coördinatie van het specifiek welzijn ter hand moet
worden genomen. Als de voorzitter daarmee akkoord
gaat, kan wellicht de heer Sandberg nog iets over
de relatie met de Beyerd zeggen. In ieder geval
heb ik er op dit ogenblik geen duidelijke kijk op,
hoe die relatie moet worden gelegd. We zullen daar
over met elkaar nog duidelijke afspraken moeten ma
ken.
De heer Hendriksen heeft een relatie met de
"leermarkt" gelegd. Ik ben in de vakliteratuur met
een dergelijke opzet geconfronteerd; misschien kun
nen we er in een commissievergadering nog eens ver
der over praten.
Volgens de heer Hendriksen kan de raad met het
resultaat van de activiteiten van de werkgroep uit
de voeten; hij juicht het toe dat prioriteit aan
kansarmen zal worden gegeven. Ook de heren Van Don
gen, Van Asseldonk en Garritsen zijn daarop inge
gaan. Op dit ogenblik is er volgens het educatief
plan en het college staat daar achter een