18 DECEMBER 1978 2321
Het gevolg is dat twee noodzakelijke componenten
be
van een meerjarenplan nog ontbreken. Ik concludeer
daaruit dat het resultaat te mager is om er goed
mee uit de voeten te kunnen. Ik blijf erbij dat ik
ter
het met dit plan gewoon niet zie zitten.
Dord,
De heer VAN ASSELDONK: Ik ben blij dat de
iet
heer Garritsen niet in het college zit, want dan
t
zou het welzijnsbeleid worden opgedrongen, terwijl
a
nu iedereen de kans krijgt zijn zegje erover te
ie
doen.
ren
en
De heer GARRITSEN: Het is beslist geen kwestie
net
van opdringen. Ik pleit voor een actieve benadering
De-
vanuit het gemeentebestuur om inderdaad een stuk
van
zeggenschap aan de bevolking te geven. Die inten
tie moet je hebben. Ik heb op dit punt geen ver
trouwen in het college, zodat ik ook weinig ver
igen
trouwen in decentralisatie van het welzijnsbeleid
je-
kan hebben.
ihou-
die
Wethouder PAULUSSEN: In eerste termijn is er
m
gesproken over de inspraak. Ter aanvulling wil ik
ge-
nog opmerken dat de inventarisatie die aan het rap
port ten grondslag heeft gelegen, voor wat de be
de
volking en de groeperingen betreft niet alleen op
de
basis van de inspraakavond tot stand is gekomen.
Daaraan is namelijk schriftelijke, mondelinge en
telefonische inventarisatie voorafgegaan. Er zijn
dus duidelijk méér mogelijkheden tot het "meespre
ïoef-
ken" en het aandragen van materiaal geweest dan
die ene informatie- en inspraakavond.
je-
De heer Hendriksen is nog nader ingegaan op
il
de geschiedenis, waar ik in eerste instantie min
ït-
of meer over heen ben gestapt. Tijdens de vorige
i—
raadsperiode is gesproken over moeilijkheden waarin
ils
de stuurgroep SCEP verkeerde toen het ging om de
relatie met de rijksbijdrageregeling en de voorbe
ën
reiding daartoe. Dat is het frictiepunt waardoor
op een gegeven ogenblik een nieuwe groep is ont
staan. Op de activiteiten van die groep, die