2322 18 DECEMBER 1978 inmiddels aan het werk is, ben ik in eerste ter mijn ingegaan. Er is nog enige discussie geweest tussen de heren Hendriksen en Van Dongen over het technische karakter van de dingen waar we mee bezig zijn. Ik blijf erbij dat we moeten proberen het beleid bo ven dat technische karakter uit te tillen. We be schikken over een aantal instrumenten, maar we zul len die een "vulling" naar politieke inhoud moeten geven, terwijl sommigen zich ook op een levensbe schouwelijke grondslag kunnen baseren. Het is erg fijn dat de heer Van Dongen de gang van zaken "sceptisch" blijft volgen. De heer Ten Wolde verwijs ik naar hetgeen op blz. 2 van het preadvies over "prioriteitsstelling wordt opgemerkt. Die passage houdt in wat het col lege de raad op dit punt te zeggen heeft. Wij wij zen op de noodzaak de door de stuurgroep gegeven aanzet verder uit te bouwen. Dit is onze priori teitsstelling voor de kansarmen. Ik denk dat ik de heer Garritsen, die het ge heel te mager vindt, niet kan overtuigen. Dat hij van een fundamenteel wantrouwen uitgaat, betreur ik en ik hoop dat bij de verdere activiteiten dat fundamentele wantrouwen omslaat in een kritisch vertrouwen De VOORZITTER: Ik stel voor een besluit over het voorstel van burgemeester en wethouder te ne men. Mevrouw SAELMAN-BOELENIk wil namens D'66 een korte stemverklaring afleggen. Ook wij menen dat er sprake is van een onvoldragen vrucht; omdat we ons echter bij het betoog van de heer Van Assel donk kunnen aansluiten, willen we het voorstel steunen. Overigens willen wij, naar aanleiding van opmerkingen van de heer Van Dongen, aan de wethou der vragen of zij bij deze projecten het woord "kansarmen" zo veel mogelijk zou willen vermijden. Ik denk dat je nu juist op dit gebied zonder enige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2322