2326
18 DECEMBER 1978
g.t.s. uitgaat, maar dat we wel participeren in een
totaalproject. Die werkwijze zou mijn voorkeur heb
ben, omdat ik persoonlijk van mening ben dat we,
door in Breda in te brengen wat we op de onder
scheidene terreinen in te brengen hébben, met res
pect voor elkaar en met goede afspraken, vastge
legd in contracten, kunnen bereiken dat zo'n aan
vraag tot het beste aanbod voor jongens en meisjes
in Breda leidt. Het belang daarvan stijgt voor mij
eigenlijk boven alle andere belangen uit. Ons stre
ven gaat in die richting, waarbij ik meen te kun
nen zeggen dat ik er wel vertrouwen in heb. Hoewel
de besprekingen uitvoerig en niet altijd even ge
makkelijk zijn geweest, heb ik er alle vertrouwen
in dat we zullen slagen.
Hiermee meen ik tevens te hebben geantwoord
op een vraag van de heer Schuring. Opvallend is
dat bijzondere scholen van verschillende signatuur
bij de gang van zaken betrokken zijn. We hebben
niet alleen te maken met de katholieke groep; ook
de kappersopleiding in Boeimeer en de vormingsin
stituten hebben interesse. Ik denk dat we elkaar
in een breed verband zullen vinden en ik zou dat
van harte toejuichen. Ik zal al mijn medewerking
geven om dat te laten slagen.
De heer Schuring heeft gewezen op onze twee
ledige verantwoordelijkheid. Als bestuur van een
technische school zijn wij van oordeel dat we een
duidelijke inbreng zouden kunnen hebben die op het
geheel een versterkend effect heeft. In het kader
van het tweede aspect van onze verantwoordelijk
heid hebben wij het initiatief genomen om met een
groep tot overeenstemming te komen. Ik heb de in
druk dat dat zal gelukken.
Ik wijs de heer Schuring er nog op dat niet
alleen het technisch onderwijs bij de activiteiten
wordt betrokken. Er is duidelijk ook belangstel
ling van de zijde van het m.a.v.o., het m.e.a.o.
en het landbouwonderwijs, terwijl zelfs het indi
vidueel landbouwonderwijs en het huishoudonderwijs
interesse hebben getoond. Ook de m.t.s. is bij de