223 16 FEBRUARI 1978. sing genomen en voor ons, die allemaal gewoon voor ons brood moeten werken, is het moeilijk daarna nog communicatie tot stand te brengen. Het is nu eenmaal zo dat in de fracties uiteindelijk een standpunt wordt ingenomen en dat in de commissie adviezen worden uitgebracht. Iedere fractie kan mijns inziens na de commissievergadering van stand punt veranderen als de discussie en de afweging in de fractievergadering dat nodig maken, een situ atie die zich nogal eens voordoet. Of verbreking van het contract juridisch al dan niet mogelijk is, kan ik niet helemaal over zien. Als je een overeenkomst sluit waaraan na zes jaar nog steeds niet is voldaan, heb je mijns in ziens redelijke argumenten om naar het ongedaan maken van het contract te streven. Het voorstel de wethouder is daar wat defi nitiever over laat qua formulering in het mid den of de uitvoering van dit plan nu wel zal luk ken. Wij maken dit althans uit de derde alinea van het voorstel op. Het is heel goed mogelijk dat de raad binnenkort weer met deze kwestie wordt gecon fronteerd, als ook deze werkwijze niet het verwach te rendement voor de N.V. oplevert. Ik neem direct aan dat de situatie ter plaat se met betrekking tot de grondprijzen ingewikkeld is, maar in dat verband constateren wij dat er in de buurt een woningbouwvereniging activiteiten ont plooit. Tijdens overleg in 1976 hebben wij begre pen dat er voor het gebied wel degelijk gegadigden in de woningbouwverenigingssector waren. Er is des tijd naar ik meen door alle fracties met "Lauren- tius" overleg gepleegd, waarbij niet alleen een terrein in de nabijheid maar ook het gebied als geheel ter sprake kwam. Al met al geloof ik niet dat de woningbouwverenigingen afkerig zullen zijn van een beroep dat de raad op hen doet. Het blijft natuurlijk de vraag of de woningbouwverenigingen ook werkelijk iets kunnen realiseren, maar daarom vragen wij dan ook om een onderzoek. In ieder ge val zien wij het met deze N.V. langzamerhand niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 223