18 DECEMBER 1978 2343 confronteren. Op de vraag van de heer Van de Steen oven kan ik op dit ogenblik geen verstandig ant woord geven. De heer SUURMEIJER: Wanneer de minister de mi litaire objecten van de belastingheffing wil uit zonderen, zal er toch eerst nog een wetswijziging tot stand moeten komen. Wethouder BROEDERSEr zal inderdaad het een en ander moeten gebeuren voordat zoiets kan worden gerealiseerd. Ik meen hiermee op de hoofdpunten van de ge houden betogen te zijn ingegaan. De heer VAN DE STEENOVEN: Ik heb op mijn be langrijkste vraag niet het antwoord gekregen dat ik graag van de wethouder had gehoord. Wethouder BROEDERS: Welke was de belangrijk ste vraag? De heer VAN DE STEENOVEN: Mijn vraag was: kunt u op een of andere manier regelen dat in elk geval alle mensen die in eenvoudigere, dus goedko pere woningen wonen geen lastenverzwaring als ge volg van de ter tafel liggende voorstellen opgelegd krijgen? De wethouder heeft gezegd dat het nog maar de vraag is of de mensen met lagere inkomens wor den getroffen. Vele goedkopere huurwoningen hebben, aldus de wethouder, als gevolg van de herwaarde ring niet zo'n enorme waardestijging te verwerken. Dit laat echter onverlet dat er volgens de cijfers nog een groot aantal goedkope woningen is waarvan de waarde wel degelijk behoorlijk is gestegen. Mijns inziens kan via de invoering van een belas tingvrije voet worden geregeld dat voor alle goed kopere woningen een dergelijke lastenverzwaring wordt voorkomen. Op die manier perfectioneer je het belastingsysteem en dat is betrouwbaarder dan al leen afgaan op de economische waarde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2343