2344 18 DECEMBER 1978 Tegen deze achtergrond zou ik de motiedie blijkbaar in het college al eerder ter sprake is geweest, alsnog willen indienen. Tot slot nog iets over de militaire terreinen. De heer Suurmeijer heeft getracht ons gerust te stellen met de mededeling dat er eerst nog een wets wijziging zou moeten komen. Ik zou willen dat de gemeenteraad de regering duidelijk zou maken dat een dergelijke wetswijziging erg vervelende gevol gen voor de financiële situatie van Breda zou heb ben en dat vrijstelling voor de militaire terreinen op een verkeerde prioriteitenstelling berust. Ik vraag de wethouder in tweede instantie alles te doen om een dergelijke wetswijziging te voorkomen, bijvoorbeeld door over deze materie een brief aan de minister van binnenlandse zaken te schrijven. De door de heer Van de Steenoven ingediende motie luidt als volgt: "De raad der gemeente Breda, overwegend dat de economische en maatschappe lijke situatie ook de plaatselijke overheid dwingt lastenverzwaring, speciaal voor lager betaalde burgers, zoveel mogelijk te voorkomen; constaterend dat het voorstel betreffende de onroerend-goedbelasting een deel van de las ten van eigenaars en gebruikers van bedrijfs panden verschuift naar de eigenaren en huur ders van woningen; constaterend dat de eigenaren en huurders van woningen hierdoor met een extra stijging van de onroerend-goedbelasting worden geconfron teerd; geeft het college in overweging: - het voorstel terug te nemen;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 2344