227 16 FEBRUARI 1978. dat ik dan op een toer ga die wij misschien geen van allen wensen. Ik wil niet polariseren omdat ik in de krant heb gelezen dat dat niet meer mag, maar ik denk dat er een punt is waarop de heer Crul zich vergist. Op het gebied van een eventueel onderzoek naar de mogelijkheden voor sociale woningbouw door woning bouwverenigingen is er naar mijn mening een misver stand in het geding. Ik wijs erop dat de basisover eenkomst voor het plan-Koegenboeg later het plan- Centrale "Opbouwbelangen" van vóór de jaren '70 dateert. Inderdaad is de bouw van het hotel, behorend tot de derde fase, niet doorgegaan en is daar in de plannen woningbouw voor in de plaats gekomen, maar in ieder geval dateert de basisover eenkomst van lange tijd geleden en is zij wettelijk in een bestemmingsplan geregeld. Voorts is het naar mijn mening juridisch niet mogelijk overeenkomsten, gesanctioneerd door de raad, eenzijdig te verbre ken. De heer CRUL: Ik heb vandaag in de stukken ge lezen dat in 1976 de N.V. uit Rotterdam volstrekt niet ongenegen was het project af te stoten; mis schien is dat op dit ogenblik wel wéér zo. Wethouder VAN DUN: Ik ken niet alle stukken uit mijn hoofd. De heer Crul heeft het voorrecht dat hij vanmorgen de stukken heeft kunnen lezen; ik heb dat niet kunnen opbrengen omdat ik niet wist dat ik het zou moeten doen. Naar mijn mening is het contract niet te verbreken, zeker eenzijdig niet. Veel belangrijker voor de standpuntbepaling van de heer Crul is echter nog dat er voor het ge hele kaalslaggebied Leuvenaarstraat/Middellaan van 1970 een initiatief door drie of vier Bredase aan nemers is genomen. Het is op verzoek van het col lege dat daar te gelegener tijd een woningbouw^ vereniging bij is betrokken. De woningbouwvereni ging "Sint Joseph" functioneert in het gehele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 227