16 FEBRUARI 1978. 232 De VOORZITTER: Ik benoem tot leden van het stembureau de heren Van Dongen, Paquay en Suurmeijer. Bij de stemming worden ingeleverd 32 stembil jetten, waarmee worden uitgebracht 30 stemmen op de heer mr.dr. J.M, Houben, 1 stem op de heer drs. P.C.M. Vennix en 1 ongeldige stem. Hiermee is de heer mr.dr. J.M. Houben benoemd. De VOORZITTER dankt het stembureau voor zijn werkzaamheden en ontbindt het. De VOORZITTER: Ik constateer dat mag worden aangenomen dat over de punten 30 en 33 niet lang zal worden gediscussieerd, zodat ik voorstel nu eerst die punten in behandeling te nemen. 30. bijlage nr. 58: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT SUBSIDIëRING VAN DE ADVIESFUNCTIE BEJAARDEN HUISVESTING. (R) De heer OOMEN: Het heeft ons verwonderd dat we dit voorstel in de laatste commissievergadering op het allerlaatst uitgereikt hebben gekregen, een procedure waarover het college trouwens in die ver gadering zijn spijt heeft uitgesproken. Wij hebben ons evenals naar ik aanneem andere commissiele den -- afgevraagd waarom de behandeling van dit voorstel niet kon wachten totdat het evaluatierap port ten aanzien van de centrale registratie over de periode 1 april 1975 tot en met 31 december 1976 in de commissie zou zijn behandeld. Uit dat rapport zou namelijk een verder te volgen gedragslijn kun nen worden afgeleid. Er wordt in geconcludeerd dat de adviesfunctie bejaardenhuisvesting zoals die hier wordt opgevoerd, op zinnige wijze moet worden voortgezet. Onze eerste vraag aan het college is waarom het voorstel niet na de evaluatie van de eerste centrale-registratieperiode in de commissie kon

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 232