235 16 FEBRUARI 1978. willen proberen toch tot een regeling met C.R.M. d. te komen. Ik wil dat wel proberen maar ik denk Ji niet dat het resultaat zal hebben. Bij het ministe- s rie geeft men hoge prioriteit aan wat wij vragen, z maar er zijn waarschijnlijk op dit ogenblik geen h financiële middelen, zodat we toch even zullen b moeten wachten. a De heer Oomen heeft gevraagd of wij tot aan passing van de opzet bereid zijn als de behandeling van het evaluatierapport daartoe aanleiding zou ge- e ven. Ik ben altijd in voor goede suggesties: als d men aangeeft dat iets op een bepaalde wijze beter of goedkoper kan, ben ik altijd bereid dat te be kijken. De heer Oomen zal mij niet euvel duiden dat v ik niet verwacht dat de bespreking van het evalua- p tierapport suggesties met betrekking tot een veel v betere opzet zal opleveren. Mochten dergelijke a suggesties echter inderdaad worden gedaan, dan ben v ik altijd bereid dientengevolge eventuele verande- v ringen voor te stellen. v b Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over- m eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten. o 33. bijlage nr. 61: D VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT 1 HET NEMEN VAN EEN BESLISSING, ALS BEDOELD IN e ARTIKEL 1, LID 2, VAN DE VERORDENING OP DE VERGOEDING AAN GEMEENTERAADSFRACTIES. (M) a De heer CRUL: De federatie van fracties van P.v.d.A. en P.P.R. aanvaardt met moeite dit voor stel, echter met als stemverklaring de volgende v kanttekeningen. Deze kritische kanttekeningen laten t natuurlijk onverlet de waardering die bestaat voor de activiteiten van de heer Jongeneel voor de stad en haar bewoners. n Politiek gezien moet dit voorstel voor de ge- t hele raad moeilijk te verteren zijn. Voor de fede- i ratie van fracties van P.v.d.A. en P.P.R. is het v

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 235