20 FEBRUARI 1978. 246 (Middag) dit geval moet mijns inziens het bedrijf ook worden gewezen op zijn eigen goede functioneren. In de af gelopen jaren is gebleken dat dit bedrijf niet ca lamiteitenrijk is, om dat rotwoord maar eens te ge bruiken. Ik meen dat er een verantwoorde beslissing is genomen, die mijns inziens ook de instemming van de inspecteur voor de volksgezondheid heeft; hij kan ermee akkoord gaan dat de bebouwing op die plaats geschiedt. Wij vinden dit een goed voorstel en wij hopen dat wat de Haagse Beemden betreft de snelheid erin wordt gehouden. Inmiddels hebben wij het tweede STAR-advies voor Kievitsloop/Gageldonk deel II bin nen. Onzes inziens zijn wij met dit voorstel op de goede weg. Mevrouw PAULUSSEN; Wij hebben de taken in on ze Federatie van Fracties wat verdeeld en ik zal een ander deel belichten. In tweede instantie zullen wij dan weer op bepaalde punten terugkomen. Ik vind het erg jammer dat het C.D.A. en de V.V.D. niet op enkele heel fundamentele zaken zijn ingegaan die wij naar voren hebben gebracht. Ik noem dat het ontbreken van de criteria voor planontwikkeling door de gemeenteraad. De wethouder zal daar natuur lijk straks op ingaan, maar wij zouden het ontzet tend goed hebben gevonden als ook de andere frac ties op een heleboel wezenlijke aspecten waar de raad voor staat hadden gereageerd. De architecten kennen het program van eisen en de raad van Breda niet en wij willen van de andere fracties horen wat zij daarvan vinden. Vervolgens noem ik het ont breken van een globaal bestemmingsplan en het ont breken van complementaire voorzieningen in dit deel. Op de kwestie van de woningverdeling is de heer Ten Wolde gedeeltelijk ingegaan en ook de heer Goos heeft daar iets over gezegd. Verder stonden het woningtoewijzingsbeleid, de economische uitvoer baarheid en de woonheuvel in het verhaal van mevrouw Muntjewerff heel centraal, maar van de andere frac ties heb ik daar niets over gehoord; misschien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 246