265 20 FEBRUARI 1978. (Middag) De heer OOMEN: In de landelijke pers hebt u kunnen lezen dat blijkens onderzoekingen het door schuiven van woningen niet helpt. Daarom moet er fundamenteel anders worden gebouwd. Een groter per centage moet voor die 5.000 woningzoekenden worden bestemd. De heer TEN WOLDE: Bij een bepaalde bouwcapa citeit en door gezinsverdunning moet er op een be paald moment toch een zekere verschuiving ontstaan. Hiermee wordt bereikt dat er in de toekomst een be hoorlijke capaciteit in kwalitatief goede woningen in de middensector is. Dat is het beleid waar wij voor kiezen. Terecht heeft de wethouder opgemerkt dat mevrouw Muntjewerff kennelijk goed weet wat voor de mensen goed is; mijns inziens is dat het essentiële punt. Ik wil vervolgens nog iets zeggen over de in spraakmethodiek. In de algemene beschouwingen heb ben wij met betrekking tot de Haagse Beemden gezegd dat het natuurlijk verschrikkelijk moeilijk is een goed model voor de inspraak van de belanghebbenden op tafel te leggen. Ik ben van mening dat de in spraak, óók voor de binnenstad ik kom daar van avond nog op terug een bepaalde structuur moet hebben. We moeten weten wie er belang bij heeft, wie het aangaat en wie deskundig is. Met mijn be perkte stedebouwkundige visies heb ik er ook geen behoefte aan mij tot in de allerkleinste details bezig te houden met groenrijkdom en visuele inzich ten; ik laat dat graag aan de deskundigen over. Als u echter een plan aan twee deskundigen voorlegt, kunt u er zeker van zijn dat zij beiden verschil lende opmerkingen maken bij de waardering van het project. Er is evenwel een bewonerscommissie in de Haagse Beemden, die via de STAR haar oordeel en visie heeft uitgesproken. Wat die commissie betreft kan duidelijk van een stukje gestructureerde in spraak worden gesproken. De wethouder heeft opge merkt dat bij het treffen van gemeenschapsvoorzie ningen een inspraakprocedure met de inwoners zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 265