289 20 FEBRUARI 1978. (Middag) of verdere specialisaties beschikt. Het is daarom nodig dat de maatschappelijk werkers en de kruis- zusters ieder in hun instituut werkzaam zijn, waar op zij kunnen terugvallen als er bepaalde proble men zijn. Mede op grond hiervan verwacht ik dat het functioneren zal slagen. De heer Koertshuis heeft verder gesteld dat vrije vestiging van huisartsen mogelijk moet blij ven en hij heeft ten aanzien daarvan een garantie gevraagd. Ik wil zo'n garantie best geven, maar wat dit betreft heb ik niets te geven, want de huisartsen maken zelf uit waar zij zich willen ves tigen. Ik zal het wel uit mijn hoofd laten met be trekking daartoe moeilijkheden of dammen op te werpen. Wel hebben wij, om dit project te doen slagen of het althans een kans te geven, met de plaatselijke huisartsenvereniging de afspraak ge maakt dat zij bij aanvragen van aankomende artsen aanvankelijk vestiging in de Haagse Beemden enigs zins zullen afremmen; zij zullen vestiging aldaar in ieder geval niet al te rooskleurig voorstellen. Mede gezien het aantal mensen dat in de Haagse Beemden zal gaan wonen en de omvang van het wijk gezondheidscentrum zal het echter altijd mogelijk blijven naast dit centrum en een eventueel tweede centrum een praktijk als vrij gevestigde arts te beginnen. De heer Van Dongen heeft gevraagd of wij nog bij de raad zullen terugkomen voor een financiële bijdrage voor dit project. Dat staat nog te bezien, want de gezondheidszorg is op een bepaalde manier gestructureerd en wordt ook op een bepaalde manier gefinancierd. Daarvoor zijn bepaalde kanalen aan wezig en zo lang die er zijn moeten wij die ook gebruiken, hetgeen nu ook wordt voorgesteld. De heer OOMEN: Met name de heer Koertshuis heeft heel duidelijk gezegd dat dit een zaak van het particulier initiatief is en dat de gemeente niet moet participeren. Die opvatting komt uiter aard voort uit zijn politieke visie. Wij willen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 289