20 FEBRUARI 1978. 294
(Middag)
aangelegd als het comfort en/of de service
voor de consument minstens gelijkwaardig zijn
aan die van centrale verwarming, óók in finan
ciële zin;
d. dat wij geen aardgasaansluitingen in die wijk
voor kookdoeleinden moeten toelaten; de finan
ciële gevolgen hiervan voor de gebruikers en
de gemeente Breda moeten wij goed onderkennen;
e. dat het aanbeveling verdient de studie te ver
volgen en ons nadere informaties te verschaf
fen aangaande de kostende mede-leveranciers
van energie bijvoorbeeld gas in dat ge
bied, de aanloopverliezen en financiële risi
co's in verband met geringere levering van
warmte of in het geheel geen levering et cete
ra.
Kunt u de voorgaande vijf punten onderschrij
ven en zeker stellen, in die zin dat zij voor ons
de grondregels zijn met betrekking tot de nationale
zaak van vermindering van energiegrondstoffenver-
bruikop grond waarvan dan later de stadsverwar
ming in de wijk Haagse Beemden-Oost een feit kan
worden?
Er zijn voor ons nog enkele andere vragen
overgebleven. Als Breda besluit in de wijk Haagse
Beemden-Oost tot stadsverwarming over te gaange
niet heel Nederland in zekere zin van die bespa
ring van het aardgasverbruik, doch wij moeten eerst
investeren. Wat staat hier tegenover van de zijde
van E.Z. of de NEOM B.V.? Breda zal dan minder ku
bieke meters aardgas gaan verbruiken, wat zelfs
ten koste van het financiële resultaat van ons ei
gen ENWA-bedrijf zal gaan, direct of indirect.
De aansluitingen op de stadsverwarming moeten
nu en voor de toekomst kwalitatief en financieel
verantwoord zijn voor onze Bredase burgers. Wij als
lokale bestuurders zijn daarvoor het eerst verant
woordelijk. Wat is het concrete voordeel voor onze
burgers die op stadsverwarming worden aangesloten?
Uw antwoord zal daarop toch niet zijn dat zij in
verband daarmee voortaan alleen maar elektrisch