20 FEBRUARI 1978. 296 (Middag) inbouwen dat de verschillende gebruikers van die straat met hun kathodische leidingen elkaar later niet claimen wanneer het een en ander niet aan de gestelde verwachtingen voldoet? Hiervan zijn zeer slechte voorbeelden in den lande bekend. Betekent aansluiting van stadsverwarming op de sociale woningbouw geen beperking van de keuze vrijheid voor die woningbouw en zal zij zelfs niet kostenverhogend werken? Ik heb het nu gehad over model A, maar bij mo del B komen er nog heel andere aspecten om de hoek kijken met eveneens andere consequenties. Ik noem dan de studie ten behoeve van de omschakeling op stadsverwarming van de aansluiting op wijkverwarming in Breda-Noord. Het betreft daar een geheel ander aspect, want daar ligt al een gasnet. De gasafzet wordt ongetwijfeld minder en ik denk in dit verband aan de bestaande gasketelhuizen ten behoeve van de wijkverwarming. Betekent dit ook minder winst op de gasafzet voor het ENWA-bedrijf-Breda? Er is al daar sprake van een aansluitplicht op wijkverwar- ming, maar zal deze straks ook voor de stadsver warming gelden? Het leidingnet der wijkverwarming is 15 jaar oud en de standaardberekening ten aan zien van uw stadsverwarmingskeuze geeft 25 jaar aan; tezamen is dat dus 40 jaar. Misschien kunnen deze leidingen in eerste instantie nog eens worden gebruikt, maar dat zal dan verre van optimaal zijn. Hierbij komen ongewilde tegenvallers aan de orde. Wat denkt u van de corosievorming in de bestaande leidingen? De bestaande gasketelhuizen ten behoeve van de wijkverwarming worden ook gedeeltelijk over bodig. Zijn het leidingwerk en de ketelhuizen in Breda-Noord reeds afgeschreven? Ik verzoek de wet houder zich te hoeden voor desinvesteringen. Voorts moet dit alles financieel worden vertaald, terwil- le van de nationale zaak van een zo zuinig mogelijk verbruik van energie. Nogmaals stel ik dat voor deze nationale zaak nationale financiële hulp dringend noodzakelijk is. Ook de bewoners van Bre da-Noord dienen er duidelijk op vooruit te gaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 296