299 20 FEBRUARI 1978. (Middag) misschien door vergassen, zonder dat allerlei in dividuele kachels dienen te worden veranderd. Een bijkomend gunstig aspect dat specifiek voor Breda geldt is dat uit gesprekken met de P.N.E.M. is gebleken dat een bevredigende oplos sing voor de consessies van de elektriciteitsvoor ziening mogelijk is en dit heeft weer een gunstige invloed op de werkgelegenheid bij het ENWA. Uit het KEMA-rapport blijkt dat is uitgegaan van het principe dat de verbruiker een gelijk comfort en gelijke kosten krijgt als bij individuele verwar ming. De V.V.D.-fractie is er dan ook van overtuigd dat voortzetting en uitdieping van de studie over stadsverwarming een goede zaak is. Wij hopen der halve dat deze raad nu zal besluiten op de thans ingeslagen weg verder te gaan, zodat wij binnen afzienbare tijd het volgende rapport mogen ontvan gen. Ik verwacht daarom geen direct antwoord op mijn vragen, maar de toezegging dat deze uitvoerig zullen worden behandeld in het eindrapport, zodat er in juni een verantwoorde beslissing kan worden genomen Wat gaat er precies onder de verantwoordelijk heid van de P.N.E.M. komen en wat valt onder de verantwoordelijkheid van Breda? Een zeer nauwkeu rige omschrijving lijkt de V.V.D. zeer wenselijk, omdat overal warmteverlies kan optreden. Verder zal onze fractie graag exact de warmteverliescij- fers per graad per lengte-eenheid en het rendement van de warmtewisselaars weten, zowel in het primai re als in het secundaire systeem. Kunnen er aan dit systeem ook andere dan de conventionele radiatoren worden gekoppeld? Ik denk hierbij aan bijvoorbeeld vloerverwarming voor bijvoorbeeld scholen, wijk centra en dergelijke? Wordt er gestreefd naar een relatief hoge kamertemperatuur voor uitzonderings gevallen, bijvoorbeeld voor bejaarden en invaliden en is die ook regelbaar? Ik denk dan aan de moge lijkheid van twee kleine radiatoren in de kamer. Hoe hoog komt de kamertemperatuur? De kosten van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 299