313 20 FEBRUARI 1978. (Avond) wij nog langer praten over de bebouwing van de mi litaire terreinen als de minister op vragen van Partij van de Arbeid-Kamerleden antwoordt dat Bre da dit wel kan vergeten? Waarom zullen wij elkaar nog langer plagen over het wel of niet meer of min der autovrij maken van de binnenstad, als wij niet eerst bereid en in staat zijn grote bedragen op tafel te leggen voor een betere verkeersregeling en goede parkeergelegenheden? Waarom zeggen de Partij van de Arbeid en de P.P.R. dat het sociaal plan het doen en laten moet bepalen en dat het col lege dit eigenlijk niet wil, als men weet dat de gemeente grote beperkingen zijn opgelegd wegens het ontbreken van de Wet op de Stadsvernieuwing? Als men daaraan voorbijgaat en de bevolking van Breda deze informatie bij de wijkbezoeken onthoudt en het alsmaar doet voorkomen dat zij de wensen van die bewoners wél willen honoreren, maar dat het C.D.A. dat niet wil, is men bezig met een on eerlijke propaganda voor de eigen partijDan komt een nota als "Drie in de pan" bij ons over als een verkiezingsstunt. Wij ontkennen niet dat er ver schil in uitgangspunt is tussen ons en de Partij van de Arbeid en de P.P.R.maar of dit moet bete kenen dat hun binnenstad mooier, beter en leefbaar der is dan de onze believen wij te betwijfelen. Als wij van die twijfel maar iets in h\in ge schrift zouden terugvinden, zou het voor ons heel wat geloofwaardiger zijn. Zij weten heel precies hoe het moet, maar wij willen erkennen dat wij wel ons best doen, maar dat later pas zal blijken of het ook goed was. Daarom moeten de Partij van de Arbeid en de P.P.R. geen al te grote verwachtingen van mijn fractie hebben als het gaat om ondersteu ning van hun standpunt. Als de heer Crul dit "van de tafel poetsen" noemt, zoals hij in "Het Turf schip" zei, dan spijt mij dat. Hij kan moeilijk van ons verlangen dat wij een visie onderschrijven die niet de onze is en die wij niet reëel haalbaar achten. Wellicht zal tijdens de discussies blijken waar de verschillen in opvatting precies liggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 313