20 FEBRUARI 1978. 316 (Avond) bestuderen en waar nodig deze in te passen in de tenuitvoerlegging van het verkeerscirculatieplan. Dit betekent echter wel dat moet eenieder heel duidelijk zijn dat die schriftelijke en monde linge inbreng en inspraak niet tot gevolg hebben dat iedereen ook gelijk of zijn zin zal krijgen.Uit een groot aantal reacties komt duidelijk naar voren dat men dikwijls alleen het oog gericht heeft op zaken die in het eigenbelang zijn of daarmee te ma ken hebben. Om die reden is de beslissing die wij vanavond nemen des te moeilijker. Wij kunnen niet anders dan rekening houden met alle belangen en dus met het algemeen belang. Ik wil dan ook niet nalaten hier een uitspraak aan te halen van de af getreden burgemeester van Geldermalsendie heeft gezegd: "Mensen moeten leren begrijpen dat inspraak hebben niet automatisch betekent je zin krijgen. Je praat over vernieuwing van het plein en ieder een denkt dan aan zijn eigen belangen, de fietser, de middenstander, de recreant en de automobilist, waarbij dan nog komt dat de mensen die de tijd hebben zich hiermee bezig te houden de neiging hebben dictatoriaal te worden en de geldigheden van hun eigen inzichten te verabsoluteren." Zie hier een uitspraak die wij zeer ter harte moeten nemen en waarmee wij ernstig rekening moeten hou den. Ik wil nu ingaan op het plan zelf. Dit plan zien wij als een aanzet tot de uitwerking van een groot aantal punten en zaken die voor verbetering en wijziging in aanmerking komen. Voor onze stad betekent dit aanpassing en verbetering van straten en pleineneen verbetering door de doorstroming van het verkeer te bevorderen en het verwijderen van de auto waar hij als een storend element wordt ervaren. Het parkeren moet gebeuren waar dit ook kan. Hierbij bestaat voorkeur voor het openbaar vervoer, terwijl de fietsende burger meer zal wor den beschermd en meer mogelijkheden zal krijgen en de voetganger tegen het allesoverheersende blik op vier wielen zal worden beschermd. Deze uitgangspun-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 316