323 20 FEBRUARI 1978.
(Avond)
beren er een aantal uit te pikken. In de eerste
plaats wil ik het college aanbevelen het groene
boekje dat de E.N.W.B. het licht heeft doen zien
goed te bestuderen. Wij vinden dat daar een aantal
zeer behartenswaardige suggesties in zit en wij
bevelen het college aan bij de nadere uitwerking
van het structuurplan ernstig rekening te houden
met de gedachten die daarin zijn neergelegd. Ik
heb al gezegd dat wij zelfs in het week-end nog
brieven hebben ontvangen. Onder andere ontvingen
wij een brief van de winkeliersvereniging-Haag-
dijk. Hierin is één opvallend punt naar voren ge
bracht dat ik nu even wil meenemen. Op 29 van de
86 raadsbesluiten geeft men een reactie en men
stelt dat de realisering daarvan voor hen niet
aanvaardbaar is. Het opvallende is dat de M.G.B.
de commissie Middenstand en Grootwinkelbedrijf,
zich zeer wel met de gedachte oplossing kan vere
nigen. Dat is duidelijk met elkaar in tegenspraak,
en ik vind het jammer dat dat zo naar buiten komt.
Ik wil ook nog iets zeggen over de Wijkraad
Breda-Oost. In zijn brief heeft hij gewezen op
een aantal verkeerskundige zaken. Ik meen te kun
nen stellen dat juist met de Wijkraad Breda-Oost
goed overleg plaatsvindt, dat van een zeer con
structief gehalte is.
De werkgroep van de bewoners van de city
heeft ons eveneens een reactie doen toekomen en ik
wil niet nalaten daarop te reageren. In het schrij
ven van die werkgroep wordt zonder meer gesteld
dat er moet worden gerenoveerd. Ik heb daar moei
te meewant ten aanzien van met name de oude wo
ningen in de binnenstad is een aantal dingen van
groot belang. In de eerste plaats is van belang
de cultuur-historische waarde van de panden, in
de tweede plaats de huidige staat van het pand en
in de derde plaats de kosten van renovatie. Elk
gebouw heeft een technische levensduur. Als her
stel zodanige kosten met zich brengt dat het on
verantwoord is, dient naar een ander alternatief
voor dat gebouw te worden omgezien.