20 FEBRUARI 1978. 328 (Avond) wij uw college vragen of het de minister met klem wil verzoeken Breda evenals een zestal andere ste den in het kader van de wet op de Stadsvernieuwing en vooruitlopend daarop in aanmerking te laten ko men voor een uitkering uit de interim-saldorege ling. Om het belang van een en ander te benadruk ken willen wij hierover een motie indienen die ik u na mijn betoog wil overhandigen. Voorts willen wij in het kader van het voor ons liggende voorstel inzake het structuurplan de volgende overwegingen naar voren brengen. Kan een mogelijke versnelling van de Haagse Beemden finan cieel een verlichting voor de binnenstad opleve ren? Welke prioriteiten zouden moeten worden ge hecht aan de tweedeling Breda-woonstad en Breda- verzorgingsstad? Is het mogelijk de aspecten le ven, wonen en werken ook financieel te vertalen? Er zijn nog enkele financiële aspecten in het kader van de totale problematiek overgebleven, waarover ik nog enige vragen en opmerkingen naar voren wil brengen. Deze betreffen zaken als par keergarages en de vervroegde uitvoering van urgen te werken. Over de parkeergarages en het beheer zult u ons nog een nota aanbiedenmaar in dit voorstel geeft u al kaders aan waarin het college een en ander denkt te realiseren. Daarbij gaat u ervan uit dat het parkeerbeleid een van de sleu tels voor het gemeentelijk beleid in dezen is. U geeft de beheersing aan ten aanzien van de situe ring, aantallen, verdeling, tarieven, parkeerduur en exploitatie-opzet. Daarnaast zijn dit struc tuurplan voor de binnenstad, de meerjarenplanning en het verkeerscirculatieplan voor u randvoor waarden waaraan moet worden voldaan bij de reali sering en de exploitatie van parkeergelegenheden. Financiële haalbaarheid en kostendekkende exploi tatie, hetzij met of zonder winst zijn voor het C.D.A. voorwaarden waaronder wij mee willen gaan met het door u gestelde op bladzijde 24 van uw voorstel. De ons toegezegde nota-parkeerbeheer zullen wij daarom in vertrouwen afwachten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 328