335 20 FEBRUARI 1978.
(Avond)
onze bezorgdheid over de eventuele gevolgen van
een Maxis-vestiging in de regio, die niet alleen
voor het centrum en de wijken van Breda maar ook
voor andere gemeenten van invloed zouden zijn,
over te brengen aan het bestuur van het Stadsge
west en het college van gedeputeerde staten.
In uw voorstel wordt ons onder 1.1. gevraagd
de besluiten nummers 10 en 33 van het structuur
plan te wijzigen. Wat betreft voorstel 10 hebben
wij niet zo verschrikkelijk veel problemen met het
uitstellen van de beslissing over een parkeergara
ge op het binnenterrein Karrestraat-Lange Brug-
straat-Nieuwstraat. Toch wil ik erop wijzen de
heer Van Duijl heeft daar uitgebreid over gespro
ken dat voor een goede verkeersafwikkeling vol
doende parkeermogelijkheden van essentieel belang
zijn. Op bladzijde 25 van uw voorstel geeft u de
fasering aan voor het realiseren van parkeergara
ges: in 1978 in de Mr.Dr. Frederiksstraatin 1980
bij het Vlaszak en in 1982 een parkeergarage ach
ter de Lange Stallen. Gezien deze planning kan het
aanvaarden van besluit 10 inhouden dat eerst na
1982 of daaromtrent de westzijde van het Bredase
centrum aan de beurt is voor het realiseren van
een parkeerlokatie. Wij achten de noodzaak om te
komen tot een parkeermogelijkheid in die omgeving
van groter belang, want de ontwikkeling van de
Haagse Beemden zal de aanvoer van automobilisten
kunnen doen toenemen en mede tegen die achtergrond
willen wij u door middel van een motie verzoeken
meer haast te maken met de verwezenlijking van par
keermogeli jkheden in dat stadsgedeelte. Wij nodi
gen u daarom uit binnen een termijn van zes maan
den met een planvorming in dezen te komen. Een mo
tie van dezelfde strekking, maar dan betrekking
hebbend op de expeditiewegen achter de Haagdijk
willen wij u eveneens overhandigen. Het zal u be
kend zijn dat de winkeliers op de Haagdijk plannen
ontwikkelen om het doorgaand vrachtverkeer te gaan
weren en van de Haagdijk een zogenaamd winkelerf
te gaan maken. Om hun en uw plannen op elkaar te