20 FEBRUARI 1978. 344 (Avond) bewoners van de wijk plaatsten daar echter wat vraagtekens bijwant dat kan betekenen dat het verkeer sluipwegen door de wijk zal gaan zoeken. Ik kan dat nu ook niet bekijken en daarom lijkt het mij zinnig dat de ambtelijke delegatie en het comité-"Meidoornstraat Veilig" nog eens over de gevolgen daarvan praten en een proef overwegen. Het belangrijkste voorstel dat mijns inziens die avond is gedaan is het plaatsen van een ver bodsbord voor vrachtauto1s aan het begin van de Meidoornstraat, want daardoor zal de druk op de weg al voor een groot deel verminderen. In die bijeenkomst, die op 13 februari plaatsvond, dus al even geleden, is toegezegd dat dat zou worden uit gezocht. Kunt u daar al iets van zeggen? Wij wil len ervoor pleiten dat op alle mogelijke manieren wordt geprobeerd in ieder geval de korte termijn oplossing snel te realiseren door het plaatsen van twee of drie borden; dan is het klaar. Ik denk dat het ontzettend belangrijk is op korte termijn daarvoor een oplossing te vinden. Ik wil nog enkele andere dingen naar voren halen die in deze wijk spelen, omdat zij tijdens de avond die wij daar hebben belegd naar voren kwamen. Ik noem in de eerste plaats de kruising van de Lunetstraat en de Tramsingel. Er is ge vraagd of deze kruising onder andere met verkeers lichten kan worden beveiligd. Ik heb begrepen dat een verkeerslichteninstallatie op die plaats tegen de tijd dat zij kan worden geplaatst twee ton zal kosten. Kunt u ons zeggen of dat inderdaad zo is en hoe het staat met de planning volgens welke de verkeerslichten zullen worden geplaatst? Er zijn twee speelgelegenheden voor kinderen, namelijk dichtbij de Meidoornstraat en op het Dijkplein, vlakbij de verkeersweg. Misschien kunt u in overleg met de bewoners eens bekijken of zij naar een wat minder onveilige plaats kunnen worden verplaatst of dat zij kunnen worden beveiligd. Het gebeurt nogal eens dat mensen die het grote warenhuis bij de Lunetstraat willen bezoeken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 344