20 FEBRUARI 1978. 354
(Avond)
bewoners in de binnenstad die in redelijk bewoon
bare huizen wonen worden verplaatst, zonder dat er
reële gesprekken met het comité zijn geweest. Ande
re voorbeelden in dit verband zijn de Vuchtstraat
en de Gerardus Majella en het feit dat bewoners in
de krant moeten lezen dat hun bezwaarschriften
door het college opzij zijn gelegd. Dergelijke
voorbeelden tonen aan dat de vertrouwenskloof
steeds groter wordt.
Tijdens de inspraakavonden, vooral in het
centrum, hebben wij in de tweede plaats geconsta
teerd dat de informatiekloof aan het groeien is.
Twee jaar geleden wist men als comité en als bur
gers de ontwikkelingen nog wel een beetje te vol
gen, maar nu blijkt het voor hen zeer moeilijk te
zijn om aan informatie te komen en adequaat te re
ageren omdat er geen reële inspraakmogelijkheden
zijn. Hierdoor wordt het voor de Bredase burgers
steeds problematischer om geïnformeerd te raken.
Men weet niet meer om welke plannen het gaat, men
weet niet meer hoe men moet reageren en hoe men
tegen een structuurplan bezwaar moet aantekenen.
Dat verklaart waarschijnlijk waarom wij de dag
voordat deze vergadering plaatsvindt nog een flink
aantal brieven hebben ontvangen. De heer Geene
legt dit uit als een bewijs van de activiteit van
onze burgers en hij vindt het fijn dat zij weer
een mogelijkheid hebben om in te spreken. Ik stel
echter dat bij een goede inspraakprocedure die re
acties een maand of twee, drie geleden naar voren
waren gekomen. Zij hadden dan kunnen worden meege
nomen in de hele besluitvorming. Voor de burgers
was het dan veel duidelijker geweest wat er pre
cies met hun wensen wordt gedaan.
In de derde plaats moesten wij met de bewo
ners van de binnenstad constateren dat er op een
aantal punten sprake is van een gebrek aan daden
van dit college. De heer Veelenturf heeft in zijn
praatje al naar voren gebracht welke daden wél
zijn gepleegd en dat zijn dan met name uitingen op
het gebied van kantorenbouw. Wij kennen echter de