20 FEBRUARI 1978. 360
(Avond)
onze nota aangegeven dat het fietsen, het wandelen
en het openbaar vervoer in het verkeerscirculatie
plan op de achtergrond zijn gedrongen. Wij vinden
dat een onjuiste ontwikkeling, want juist die
kwetsbare groep raakt nu in het centrum nog meer
in het nadeel. Het is waar dat er in de richting
van fietsers en wandelaars een aantal maatregelen
wordt afgekondigd, maar de grondfilosofie is dat
de stad goed, zelfs optimaal, bereikbaar moet zijn
voor de auto en dat is nu juist een filosofie waar
wij niet achter staan. Wij willen met name de
fietsers en de wandelaars in het centrum beter la
ten profiteren van de mogelijkheden die er zijn.
Daarbij wijzen wij ook op de alternatieve nota van
de E.N.W.B. De heer Van Duijl zei daarover dat er
behartenswaardige dingen in staan. Ik heb de nota
ook gelezen en ik heb op een rijtje gezet wat er
voor behartenswaardige dingen in staan en ik wil
hem de vraag stellen wat hij er voor behartenswaar-
digs in heeft gezien. Allereerst stelt de Eerste
Nederlandse Wielrijders Bond dat zijn plan een te-
genplan is en dat hij het niet eens is met het
verkeerscirculatieplan. De auto staat daarin als
nummer 1 en de fiets wordt opzij geschoven. Verder
geeft men aan dat er te weinig samenhang is tussen
de plannen voor het centrum en die voor de ver
schillende wijken, zoals het Ginneken. Men be
strijdt ook dat er discussie over de uitgangspun
ten is geweest. Deze bond heeft in ieder geval met
vele anderen daartoe geen mogelijkheid gehad. Ver
volgens wijst men nogmaals op de mogelijkheden die
de assen-theorie in zich sluit voor een betere af
wikkeling van het hele verkeer, maar ook voor een
betere spreiding van voorzieningen over de stad.
Bovendien komt men met een alternatief fietsplan.
Als dit de behartenswaardige dingen zijn die de
heer Van Duijl hierin heeft gelezen voorzie ik
voor vanavond nog interessante ontwikkelingen. Een
vraagje daarbij is of de heer Van Duijl inderdaad
lid is van de Eerste Nederlandse Wielrijders Bond.