361 20 FEBRUARI 1978. (Avond) Het door de heer Hendriksen c.s. ingediende amendement luidt als volgt: "Amendement m.b.t. voorstel 1.1. besluit 48 t.a.v. terrein Kloosterlaan; toevoegen achter "akkommodatie" "die bestemd is voor de bewoners van deze wo ningen" Voldoende ondersteund zijnde maakt het amen dement mede onderwerp van beraadslaging uit. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Ik zal in gaan op het parkeren en op de verkeersregelnota. In de parkeernota wordt gesteld dat het begin en het einde van elke autorit een parkeerplaats is en dat is een redenering waar je geen speld tussen kunt krijgen. Verder wordt echter alleen ingegaan op één mogelijk einde van een autorit, namelijk het einde van een rit die naar de binnenstad gaat. In de wijken bestaan evenwel ook vele parkeerpro blemen zoals uit onze wijkavonden wel duidelijk is geworden Wat betreft het parkeren in de binnenstad gaat u uit van het uitelkaar halen van lang en kort parkeren. Het lang parkeren wordt naar buiten, naar de singelring verschoven en ook wordt een grens gesteld aan het aantal langparkeerplaatsen terwij 1 wordt overwogen het langparkeren in de toekomst eveneens betaald te doen zijn. Hiermee kunnen wij het eens zijn. Wij willen er nog aan toevoegen dat bij eventuele nieuwe vestigingen in de binnenstad van bijvoorbeeld kantoren als eis in de bouwvergunning dient te worden opgenomen dat op eigen terrein aan de parkeerbehoefte van werkne mers en bezoekers moet worden voldaan. Wat betreft het kortparkeren gaat u uit van de keuzevrijheid van vervoermiddel. Het parkeerbe leid is een belangrijk instrument om het autover- keersaanbod binnen de singelring te reguleren. Als optimaal wordt tegemoetgekomen aan de vraag naar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 361