367 20 FEBRUARI 1978. (Avond) Ik wil u een aantal procedurele bezwaren die p door ons zijn geformuleerd niet onthouden. Ik wil t ze in het kort nog even aanstippen, omdat ze ken- }- merkend zijn voor de eerste stelling die ik vana- vond heb geponeerd, namelijk dat het vanavond te p vroeg is om besluiten te nemen. Ik ga daarvoor v, naar pagina 10 van onze alternatieve plannota. In c de eerste plaats moet ik signaleren dat er geen c enkele,poging is gedaan om voor dit ontwerp-struc- tuurplan enigerlei vorm van inspraak toe te staan. We moeten eigenlijk zeggen dat wij achteraf gezien toch wel zijn bedot. Het blijkt dat men ten aan- z zien van het schetsontwerp, dat in 1975 en 1976 c voor ons lag, heel goed had moeten inspreken, want t wat nu voor ons ligt schijnt gebaseerd te zijn op j- de inspraak die toen met wat hearings is gepleegd. c Een tweede punt is naar ons gevoel nog veel c ernstiger en ook juridisch onverantwoord. De be- p zwaren die men nu tegen het structuurplan kon in- v dienen zijn op een aantal punten we hebben hier p de verschillende punten genoemd gewoon opzij c geschoven. Men stelt: in 1976 hebben we principe- besluiten genomen, dus die doen niet meer ter zake. n Het zal duidelijk zijn dat de insprekers met een i kluitje in het riet worden gestuurd, wat evenzeer i voor de indieners van de bezwaren geldt. Thans ga ik in op het grote probleem van het sociaal plan. Zoals u weet hebben wij getracht c drie plannen in één plan te stoppen, namelijk het v sociaal plan, het structuurplan en het verkeerscir- c culatieplan. Helaas tipt het college alleen even c aan het feit dat er ook nog zoiets is als een so- ciaal plan, maar het koppelt dat helemaal los van het structuurplan. Dat is niet alleen tegen het ontwerp van wet op de Stadsvernieuwingj e De heer TEN WOLDE: De heer Houben is naar ik 1 meen bijna driekwart jaar in het bezit van het so- r ciaal plan. Ik moet tot de conclusie komen dat hij j wel erg weinig tijd moet hebben gehad, want hij y weet toch wat het uitgangspunt van het sociaal j

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 367