20 FEBRUARI 1978. 368
(Avond)
plan is. Dat plan beoogt de leefbaarheidsfunctie
te koppelen aan de uitvoeringsaspecten van de
hoofdstructuren die in dit structuurplan zijn
vastgelegd. De raad heeft dus besloten het sociaal
plan en het structuurplan los te koppelen. De tijd
was dus niet te kort, maar de heer Houben heeft de
stukken in vroeger tijden eenvoudig niet bestu
deerd.
De heer HOUBEN: Dat laatste is natuurlijk een
lachertje. Ik denk dat de heer Ten Wolde al zo in
zijn eigen standpunt is opgegaan, dat hij meent
dat wij vanavond een heel verantwoord besluit moe
ten gaan nemen. Wij hebben al eerder betoogd dat in
het sociaal plan voor de bewoners van de betreffen
de wijken nog wat franje kan worden ingevuld, maar
dat verschillende structurele elementen als het
punt van de verkeersafwikkeling en de vraag waar
wel of geen kantoren moeten komen in het sociaal
plan niet aan de orde komen doch in het ontkoppel
de structuurplan. Wij hebben daar eertijds ook zeer
veel bezwaren tegen aangevoerd, die wij naar ik
meen ook met kracht van argumenten hebben onder
bouwd. Ik kan mij echter voorstellen dat de heer
Ten Wolde dat allemaal is vergeten.
Een nieuw gezichtspunt is dat de aanpak van
het structuurplan ook strijdig is met het gewijzig
de besluit-ruimtelijke ordening, artikel 7 lid 3,
waarvan de wijziging in februari 1976 heeft plaats
gevonden. In de toelichting op die wijziging wordt
gesproken over de zogenaamde maatschappelijke uit
voerbaarheid van structuur- en bestemmingsplannen.
Ook wordt daarin gesproken over de vraag of de be
volking op een voldoende manier is gepeild over de
in het structuurplan aan de orde zijnde zaken. Is
er gedacht aan herhuisvesting, hoe is het huisves
tingsbeleid en komen met name de sociaal zwakkeren
niet op de tocht te staan? Als wij het structuur
plan toetsen aan het gewijzigde besluit-ruimtelij-
ke ordening, moeten wij constateren dat het daar
falikant strijdig mee is. Al eerder hebben wij