20 FEBRUARI 1978. 370
(Avond)
De heer WELSCHEN: Ik wil een aantal opmerkin
gen over de organisatorische en financiële kant
van het structuurplan maken, overigens wat minder
volledig dan mijn fractiegenoot Oomen zojuist ver
wachtte; ik geloof dat hij een complete tegenbegro
ting verwacht, maar die komt er niet helemaal uit.
Ik zal wel wat aanzetten geven die tot zoiets kun
nen leiden.
Met het structuurplan is een gigantische berg
geld gemoeid, dat is duidelijk, en Breda kan daar
van als gemeente maar een betrekkelijk klein deel
zelf betalen. Toch hebben wij geprobeerd een fors
plan op tafel te leggen, dat wij hebben voorzien
van een aantal uitvoeringsschema's, die voor een
deel ook nog in de meerjarenbegroting zijn gedekt.
Formeel is dat heel verstandig, omdat je eigenlijk
geen plannen moet maken wanneer je niet kunt over
zien in welke fasering je ze wilt uitvoeren en wel
ke dekking je wilt hebben. Zoals al eerder is ge
zegd is dat ook naar de rijksoverheid toe noodzake
lijk. Formeel is het dus niet bezwaarlijk dat die
uitvoeringsschema's achterin zijn opgenomen. De
vraag rijst echter wel of de uitvoeringsschema's
reëel zijn en of zij feitelijk gewenst zijn, of
zij de prioriteiten die zijn gesteld inderdaad
dekken, wat betreft de realiteit van de uitvoe
ringsschema's en de kosten. Ten aanzien van de kos
ten kan worden gezegd u geeft dat in uw pread
vies zelf al aan dat er risico's zijn te vinden
in het prijspeil 1977. De vraag is of kosten met
betrekking tot het bouwen en alles wat daarmee te
maken heeft niet veel sneller oplopen dan de uit
keringen uit het Gemeentefonds. Het zijn allemaal
globale schattingen, eindigend op drie, vier, vijf
of zes nullen. Bij dat soort schattingen komen la
ter, als je de werkelijke kosten ziet, nogal eens
prijsoverschrijdingen voor. Terecht is in de poli
tiek naar het rijk, maar misschien toch wat ver
hullend tegenover de fractiesgepraat over maxima
le subsidies waarmee rekening wordt gehouden. Even
eens is gepraat over maximale overname van het