373 20 FEBRUARI 1978. (Avond) moeten maken die eigenlijk niet meer kan worden gekwetst door tegenvallende subsidies en die niet meer van bijdragen van particulieren en van andere dingen die buiten onze mogelijkheden liggen af hankelijk is. Daarom hebben wij er in onze nota voor gepleit het wonen zo veilig te stellen als maar enigszins mogelijk is. Voor een gemeente is dat een geweldige opgave en vaak is het ook niet mogelijk in de richting waarin je het in eerste instantie wilt. Wij zijn er echter van overtuigd dat er meer mogelijkheden zijn dan er thans voor Breda op tafel liggen. We hebben geen tegenbegroting opgesteld, dit niet omdat wij het niet zouden kunnen, want wij kunnen het minstens zo goed als de landelijke V.V.D. als zij tegenbegrotingen tegen die van het Kabinet-Den Uyl maakte. Op dit moment heeft het echter weinig zin een tegenbegroting te maken, want het gaat niet om kleine verschuivingen van posten, maar feitelijk om een ander inzicht in de besteding van de gelden. Ik wil in dit verband twee punten noemen. Uit de verschillende nota's heb ik begrepen dat feitelijk veel geld in de richting van het verkeer wordt geschoven en als ik de heer Geene goed heb begrepen geloof ik dat dat heel bewust is gebeurd. De heer Geene heeft ge zegd dat de verkeers- en parkeerproblemen zo ern stig zijn dat zij met voorrang moeten worden ver holpen en dat beleid zit er ook duidelijk achter. Wij zeggen echter dat de woonproblemen zo belang rijk zijn, dat die met voorrang moeten worden ver holpen en dat is iets anders. Je komt dan tot een andere opstelling. De heer GEENE: Hoe wil de heer Welschen in de binnenstad gaan wonen als niet eerst het verkeer is geregeld? Hij heeft het dan ook nog over aange naam wonen. De heer WELSCHEN: Ik wil daar eigenlijk wat later op terugkomen. Ik zal dan ook nog iets

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 373