20 FEBRUARI 1978. 374
(Avond)
zeggen over de berg van de heer Peeters, want in
feite gaat het daarbij om hetzelfde.
Het is voor ons een probleem dat met betrek
king tot het wonen twee dingen ons eigenlijk niet
realistisch voorkomen. In de eerste plaats moet
met erg veel plannen in 1978 of 1979 worden aan
gevangen, in welke termijn zij ook moeten worden
afgerond. Wij geloven dat dat organisatorisch niet
kan. In de tweede plaats zal blijken dat door ver
schuivingen en tegenvallers erg veel plannen niet
in echte verbeteringen in de richting van betaal
baar wonen voor de laagste inkomensgroepen zullen
resulteren. De kosten van de grond in het centrum
door het C.D.A. is dat ook al duidelijk aange
geven zijn zo hoog dat je bijna al niet tot de
bouw van premiehuurwoningen met zeer lage huren
kunt komen. Je zult veranderingen moeten aanbren
gen en dat is ook gebeurd. We hebben in de eerste
helft van deze raadsvergadering, afgelopen donder
dag, een contractverandering aan de orde gehad die
wat dat betreft gewoon karakteristiek is. Wij vra
gen ons toch af of er met werkelijke wil van het
college, met extra inspanning boven de grote in
spanning die zeker wordt geleverd daar zijn wij
ook wel van overtuigd en met extra bestuurlijke
aandacht voor dit soort zaken geen opening kan
worden geschoten die tenminste een redelijk eind
tegemoet komt aan de vraag naar betaalbaar wonen
op bepaalde plaatsen in de binnenstad. Op dit mo
ment vinden wij daar eigenlijk onvoldoende van te
rug. Daarnaast zijn de woonkosten in wezen niet
volledig geschat. Er zijn nu al indicaties dat die
woonkosten zullen gaan tegenvallen, waarvan ik een
paar voorbeelden wil geven. De begeleiding met het
financieel plan is niet volledig gedekt; het is in
de begrotingen ten dele gedekt. Bijvoorbeeld de
erg belangrijke werkwinkels liggen in de begroting
nog als claims van de sector cultuur, maar zijn in
feite voor het grootste deel nog niet gedekt in de
begroting. De vraag is verder of de mankracht bij
openbare werken feitelijk wel aanwezig is om alle
