377 20 FEBRUARI 1978. (Avond) de Groningse wethouder Van den Berg maar in ie der geval vallen de toezeggingen inzake de 511 miljoen en de gemakkelijke afwikkeling van zaken weg. In plaats van 511 miljoen wordt 297 miljoen op tafel gelegd en men kan opnieuw beginnen met de hele ronde voor het vragen van toestemming voor de plannen. Ik hoop dat de wethou der van Breda zijn politieke geestverwanten op het ministerie ervan kan overtuigen dat dit niet de methode is waarlangs de stadsvernieuwing moet wor den gerealiseerd. Het aannemen van een motie, zo als door het C.D.A. ingediend, in de richting van de huidige machthebbers lijkt mij daarom uiterst zinnig. Onze conclusies ten aanzien van de economi sche aspecten staan in de nota, wat ook geldt ten aanzien van het verkeerscirculatieplan, de finan ciering daarvan en allerlei andere zaken. Ik mag veronderstellen dat die nota bekend is en daarom wil ik dat niet allemaal herhalen. De heer TEN WOLDE: Het is de eerste keer dat ik pas na bijna drie uur vergaderen aan de beurt kom om over het betreffende agendapunt te spreken. Ik heb met grote interesse naar de debatten geluis terd en toen ik de negen sprekers van de P.v.d.A. hoorde aankondigen dacht ik even dat het een "avondje VARA" was. Wij maken er wat meer een "one man-show" van in die zin dat wij als fractie de stukken hebben bestudeerd en dat wij proberen daar één vertaling van te gevenmet een totaalvi sie, met een financiële invalshoek en met onze benadering van de visie op de binnenstad. Dit moment is belangrijk genoeg om er even bij stil te staan en ik meen dat ook de problema tiek zich daartoe leent, omdat het vaststellen van structuurplannen van een dergelijke omvang ze ker niet eenvoudig is. Het is zo gek niet denkbaar of elke burger van de stad komt met het een of an der effect in aanraking. De formulering van de be leidsdoelstellingen in het kader van het algemeen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 377