20 FEBRUARI 1978. 378
(Avond)
belang zal per definitie een aantal harde conflict-
punten oproepen in relatie tot de individuele be
langen. In dit krachtenveld blijven spanningen be
staan en het is voor de bestuurders moeilijk ope
reren. Ik zou bijna willen zeggen dat de kans om
geen fout te maken uiterst gering is, waarmee ik
echter geen enkele fout wil vergoelijken. De ge
compliceerdheid van deze besluitvorming krijgt nog
eens een extra dimensie doordat de realisering van
deze besluitvorming slechts op termijn haalbaar is.
Er zijn enorme financiële consequenties terwijl
tegelijkertijd toch bepaalde verwachtingen worden
gewekt en "last but not least" geven de grote ver
schillen in politieke benadering in deze raad nog
eens extra aanleiding tot het ontstaan van een
complicatie-effect. Om nog even bij dit laatste
stil te blijven staan: ik heb bewondering voor de
energie waarmee de nota's van P.v.d.A. en P.P.R.
worden samengesteld, doch ik kan me niet aan de
indruk onttrekken dat continu moet worden bewezen
dat het C.D.A.-V.V.D.-college alleen maar de be
langen van het bedrijfsleven en het autoverkeer
behartigt en de rest rustig laat stikken. Wordt
die auto dan niet uit de binnenstad geweerd ter-
wille van het woonklimaat? Krijgen de fietser en
de voetganger geen grote aandacht? Ik kom hier
straks nog nader op terug. Er moet weer worden be
wezen dat het college de inspraak volledig terzij
de legt; de heer Houben heeft daar een zeer fel
betoog over gehouden. Ook wordt gezegd dat het so
ciaal plan niet zou zijn toegepast, maar ik kan
daar alleen maar uit concluderen dat men het so
ciaal plan niet kent; ik heb er zojuist bij inter
ruptie al op gewezen. Immers, in dat plan is de
relatie tussen het structuurplan en het sociaal
plan als volgt geformuleerd: "Ziet men het struc
tuurplan als de visie op het binnenstadsgebeuren
dan is het sociaal plan aan te merken als een eer
ste stap om die visie nader te concretiseren". U
ziet hier dat het sociaal plan pas in werking
treedt bij de voorbereiding van de deelbestemmings-