379 20 FEBRUARI 1978. (Avond) plannen teneinde de leefbaarheidsaspecten optimaal te kunnen realiseren. Dat zijn de wensen van de burger, maar ik heb P.v.d.A. en P.P.R. alleen maar dat hele wensenpakket op tafel zien leggen wat naar mijn idee niet zo moeilijk is om de leef baarheidsaspecten bij de invulling in de beleids aspecten optimaal te garanderen. De heer HOUBEN: Uit de sociaal-plan avond in de Spoorbuurt is duidelijk gebleken dat de Spoorbuurt- bewoners ook het oostelijk gedeelte van de Spoor buurt graag voor woondoeleinden zouden willen be houden. In het structuurplan staat dat daar verde re verzakelijking is toegestaan. Wat vindt u nu beter? Moeten wij het sociaal plan zich toch laten ontrollen zodat de bewoners wennen beleidsmatig wat duidelijker worden uitgebouwd of moeten wij reeds nu een besluit nemen, waarbij we zeker weten dat we niet aan die bewonerswensen voldoen? De heer TEN WOLDE: Als de heer Houben een momentje had gewacht zou hij het antwoord op deze vraag hebben gekregen, want ik was hierop voorbe reid. Immers, bij het formuleren van de beleids aspecten dienen wij te denken aan de gestructu reerde inspraak en ik heb er geen enkele moeite mee het Spoorbuurtcomité daarbij te betrekken. Ik heb er bij de algemene beschouwingen al op gewezen dat door belangengroeperingen met een duidelijk pluriforme samenstelling een visie op de hoofduit gangspunten moet worden gegeven. Dat is een con frontatie die ook plaatsvindt bij de invulling van de hoofdpunten uit ons beleidsplan. Ik zou willen citeren uit de woorden van mevrouw Van der Wal toen zij afscheid nam als burgemeester. Zij zei dat de mensen ook zullen moeten leren dat inspraak niet betekent dat zij automatisch hun zin krijgen. Het college zal bepaalde uitgangsstellingen moeten kiezen en vervolgens zal het bij de invulconfron- tatie ook in de toekomst de bereidheid moe ten hebben om, als er in de hoofddoelstellingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 379