12 JANUARI 1978
37
verzoekt het kollege
- de bereidheid uit te spreken het gemeentelijk
welzijnsbeleid in een samenhangend en integraal
beleidsplan uit te werken
- een eerste globale uitwerking hiervan aan de
raadskommissies en de raad ter diskussie aan te
bieden vóór 1 augustus 1978."
Deze motie is voldoende ondersteund en maakt
derhalve mede onderwerp van beraadslaging uit.
De heer HENDRIKSEN: Vooraf wijs ik erop dat
de intentie van deze motie veel verder gaat dan de
meerjarenbegroting. Hiermee wil ik voorkomen dat
ons wordt verweten: waar praten jullie over; er is
immers een meerjarenbegroting! Dat is echter niet
het wezen van de welzijnsplanning zoals wij die in
de motie voorstellen. Ik wil even op de verschillen
wijzen. De meerjarenbegroting die nu voor de komen
de vier jaren in Breda is vastgesteld, gaat de
verschillende sectoren aan maar pretendeert nog
geen volledige samenhang tussen de verschillende
sectoren van het welzijnsgebied te geven, wat
trouwens in dat stadium vrijwel onmogelijk zou
zijn geweest. Die samenhang is dus nog niet aanwe
zig. In de tweede plaats is ook de betrokkenheid
van de burgerij en het particulier initiatief bij
het geheel van de planning in het geval van de
meerjarenbegroting niet aanwezig. Ten derde heeft
een welzijnsplanning betrekking op het overkoepe
lende welzijnsbeleid, zoals dat ook landelijk in
velerlei regelingen wordt bevorderd; te dien aan
zien zal uiteindelijk een kaderwet tot stand moe
ten komen
In de motie wordt ervan uitgegaan dat alle
raadsfracties in de commissievergaderingen in ie
der geval hebben onderschreven dat het preadvies
een startpunt betekent, zeker geen afronding en
beslist ook geen stilstand, maar een startpunt
voor komende ontwikkelingen. Die ontwikkelingen
willen wij door middel van deze motie verder toe
spitsen. Op die manier willen wij tot een samen-