20 FEBRUARI 1978. 380
(Avond)
een duidelijk conflictpunt met belangenvertegen
woordigingen ontstaat, daarop in te spelen. Het
college heeft wel degelijk gezegd dat de woonfunc
tie in de Spoorbuurt sterker moet worden ingevuld
dan oorspronkelijk gepland was en dat is tegelij
kertijd het vertalen van een stuk gestructureerd
geluid. Natuurlijk zullen wij moeten trachten de
deelbelangen zo goed mogelijk in te vullen, maar
de democratische hoofddoelstellingen dienen op be
paalde punten overeind te blijven; daarvoor zitten
wij hier immers als raad? Zegt deze zelfde burge
meester nu niet dat wij te weinig geleerd hebben
de mensen die wij zelf gekozen hebben ook een re
delijk vertrouwen te geven? Ik meen dat DAT juist
de invalshoek van deze raad moet zijn, waar
P.v.d.A. en P.P.R. de wensen van de bevolking van
uit een duidelijk andere strategie benaderen. Dat
wensenpakket kunnen wij zelf ook op tafel leggen;
dat is helemaal niet zo moeilijk. Voor de meeste
individuele wensen hebben wij ook volstrekt begrip,
maar als verantwoordelijke raadsleden moeten wij
samen met het college, dat een en ander voorbereidt,
proberen de zaken te ordenenHet rapport van
P.v.d.A. en P.P.R. wekt de indruk alsof de ambte
naren die het hebben voorbereid slecht werk zouden
hebben afgeleverd. Inventarisatie is een zaak waar
wij bij de definitieve uitvoeringsbeslissingen en
bij de besluitvoorbereiding wel degelijk rekening
mee zullen moeten houden. De STAR spreekt zich
hier ook over uit. Het is een goed stuk werk, maar
wij zullen moeten blijven werken met de moed om de
conflict-oproepende besluiten zo nodig te herzien.
Het alternatieve P.v.d.A.-P.P.R.-plan staat bol
van de deelwensen. Zonder directe bestuurlijke
verantwoordelijkheid is het natuurlijk erg gemak
kelijk dit wensenpakket naar het college door te
schuiven, onder het mom van "zie je wel, het is
een slecht plan". Daardoor worden ook onjuiste ver
wachtingen bij de bevolking gewekt; over duidelijk
heid in de richting van de bevolking gesproken.'
Deze wensenpakketten van de bevolking worden