20 FEBRUARI 1978. 388 (Avond) de militaire en andere braakliggende terreinen in de toekomst een betere functie wilden geven; dat was, toen werd gediscussieerd over het volstouwen van Beyerd-Vlaszak met parkeerplaatsen voor auto's. De ene dag zegt men dit, de andere dat, maar dat zijn wij inmiddels na vier jaar oppositie voeren van die zijde wel gewend. De vrijheid van de bezoekers van de binnen stad om daar met de auto te komen betekent géén be perking van de vrijheid van anderen om die binnen stad op een andere wijze te bereiken. Wij menen dat in dit verband een stukje evenwichtig beleid op tafel ligt. Het college spreekt van veilige fietsroutes, het vergroten van de verkeersveilig heid, voetgangersoversteekplaatsen en prioriteit voor invaliden. Ik kreeg vanavond bijna de indruk dat al deze aspecten in het verkeerscirculatieplan compleet waren vergeten. Ik noem het dan maar een eenzijdige uitleg van onze linkse makkers; de heer Geene heeft al aangeduid dat er op dit punt veel zal moeten veranderen om de wantrouwende interpre tatie van de door het college voorgestelde uitvoe ring weg te nemen. Het college kiest voor de bereikbaarheid van de binnenstad. Wij kiezen ook voor een verhoging van de verkeersleefbaarheid, zegt het college ver volgens. Dit is weliswaar een moeilijke term, maar ik begrijp ongeveer wat men ermee bedoelt. De be reikbaarheid van de binnenstad betekent voor ons dat zijook terwille van de verzorgingsfunctie en van de dienende functie voor de regio, optimaal kan worden bereikt zonder dat dit sterk in conflict komt met de uitgangspunten van de woonfunctieMet betrekking tot het weren van het verkeer uit de binnenstad is het dan ook volstrekt juist de par keergarages zo dicht mogelijk bij de cityring te situeren. Ik heb reeds in 1976 gesproken over de situering van parkeergarages bij de singels, dus verder van de binnenstad af zoals ook mevrouw Mun- tjewerff heeft gesuggereerd. Dat betekent wél dat wij voor het gehele gebied binnen de singels in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 388